Behalve een boek over het Heinekenlosgeld produceerde Follow the Money vorig jaar, precies 40 jaar na de ontvoering van de biermagnaat en zijn chauffeur, ook een podcast. In aflevering 7 van de podcast ‘De jacht op het Heinekenlosgeld’ komt Pierre van Rossum aan het woord, directeur Openbare Orde en Veiligheid van Amsterdam. De topambtenaar was 10 jaar lang projectleider van Project 1012, een ambitieus plan dat de ‘criminele infrastructuur’ op de Wallen moest ontmantelen en tegelijkertijd moest zorgen voor een upgrade van de bedrijvigheid in het postcodegebied. ‘Kwaliteitsarme en overlastgevende functies’ moesten verdwijnen. Daarvoor in de plaats moest een ‘meer divers en hoogwaardig aanbod’ komen, gericht op de rijkere, meer op cultuur gestelde toerist.
Conclusie Rekenkamer
Na uitvoerig onderzoek concludeerde de Rekenkamer Metropool Amsterdam (RMA) in 2018 dat Project 1012 ‘niet heeft geleid tot de gewenste economische opwaardering van de oude binnenstad van Amsterdam en een doorbraak van de criminele infrastructuur.’ Het prestigieuze en kostbare project van de gemeente waar Van Rossum van 2008 tot 2018 leiding aan heeft gegeven was met andere woorden mislukt.
Successen Project 1012 (volgens Van Rossum)
Maandag 9 december 2013 wilde projectleider Van Rossum nog niks weten van een mislukking. Hij was toen een van de sprekers tijdens een in de Beurs van Berlage georganiseerde ‘Rondetafelconferentie Project 1012’. Het project was toen halverwege. Bij die gelegenheid somde Van Rossum aan de hand van een PowerPoint presentatie reeds behaalde successen op van Project 1012. Een van die successen was volgens Van Rossum ‘het sluiten van twee gokhallen op de Wallen met behulp van de Wet Bibob’. Hij doelde op de gedwongen sluiting van mijn speelhallen op 19 maart 2012 na een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven d.d. 12 maart 2012.
In de voorafgaande Bibob-procedure had de gemeente echter juist ontkend dat de Wet Bibob als gereedschap was ingezet om in het kader van Project 1012 onwelgevallige bedrijven van de Wallen te laten verdwijnen. ‘Bestemmingsplantechnisch blijven speelautomatenhallen toegestaan op de locaties aan de Molensteeg en de Oudezijds Achterburgwal,’ zo counterde toenmalig burgemeester Eberhard van der Laan mijn verwijt aan het adres van de gemeente dat de Wet Bibob werd misbruikt.
De sluiting van mijn bedrijven, waarvoor Van Rossum in 2013 de credits opeiste, was dus geen gevolg van Project 1012, laat staan een succes van dat project. Het had er volgens de burgemeester niets mee te maken. Bij verkoop aan een door de gemeente gescreende en bonafide geachte exploitant zouden de speelhallen gewoon weer open gaan omdat de panden de speelhalbestemming hadden behouden.
Rechterhand burgemeester
Het sluiten van de helft van alle 476 ramen op de Wallen was een doelstelling van Project 1012 die Van Rossum (ook) niet heeft gerealiseerd. Het sluiten van zoveel ramen was nodig om de beweerde vrouwenhandel terug te dringen. Minder ramen betekende namelijk automatisch minder vrouwenhandel, volgens de logica van zowel Lodewijk Asscher als officier van justitie Jolanda de Boer.
Van Rossum lijkt dit niet behaalde doel van Project 1012 thans, als rechterhand van burgemeester Halsema, opnieuw na te streven in een ander project. In zijn huidige rol als directeur Openbare Orde en Veiligheid adviseert Van Rossum de burgemeester onder meer over een project om een Erotisch Centrum in een ander stadsdeel te ontwikkelen. Het doel van dit plan is opnieuw om het aantal ramen op de Wallen te verminderen. Nu niet meer om vrouwenhandel te bestrijden maar om drukte en overlast van toeristen op de Wallen een halt toe te roepen. Daarom moeten nog eens 100 ramen sluiten. “Maar niet zonder een veilig alternatief te bieden aan de sekswerkers. Dat alternatief is een EC”, zo verklaarde Van Rossum begin dit jaar tijdens een door Hello Zuidas georganiseerd ‘rondetafelgesprek Erotisch Centrum’ de noodzaak voor de komst van een Erotisch Centrum op de Zuidas.
Voor het bereiken van die doelstelling heeft de gemeente wederom 10 jaar uitgetrokken, net zo lang als Project 1012 heeft geduurd. Cynische wallenondernemers noemen het EC-project van Halsema en Van Rossum daarom ook wel ‘Project 1012 2.0’.
Klokkenluider
Wie is Pierre van Rossum en wat is zijn status binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente Amsterdam? In een interview met NU20.nl vertelt Van Rossum dat hij afstamt van Brabantse ouders maar in Amsterdam is geboren. Hij woont in Diemen en werkte in 2015, toen het interview plaatsvond, al 30 jaar voor de gemeente.
In 2020 diende een klokkenluider bij het integriteitbureau van de gemeente Amsterdam een klacht in over de handelswijze van Van Rossum, die toen directeur Grond en Ontwikkeling was bij de gemeente. Bureau Integriteit stelde geen onderzoek in naar het handelen van Van Rossum. Dat was opmerkelijk en een tegenvaller voor de ambtenaar voor wie ‘het heel belangrijk was dat er transparant wordt gehandeld’ binnen de gemeente. De ambtenaar liet het er niet bij zitten en kreeg een financiële genoegdoening van de gemeente voor het feit dat Van Rossum hem ten onrechte van een nieuwe opdracht had gehaald.
“De reeds mondeling toegezegde opdracht is door de heer Van Rossum ingetrokken vanwege het feit dat mijn cliënt melding had gedaan van een integriteitskwestie in Nieuw-West. Daar was Van Rossum niet van gediend,” zo legde de advocaat van de klokkenluider de ontstane situatie met Van Rossum uit in De Telegraaf.
Rancuneus
Als aanvoerder van Project 1012 vertoonde Van Rossum ook al rancuneuze trekjes. Zo weigerde hij als projectdirecteur mee te werken aan een door de Universiteit van Amsterdam voorgestelde conferentie waarbij 200 internationale wetenschappers zouden worden uitgenodigd om etnografisch onderzoek te doen op de Wallen. De topambtenaar keurde een verzoek voor samenwerking en sponsoring van de conferentie af. In een mail aan de leiding van de UvA schreef Van Rossum:
“Helaas is het zo dat het vertrouwen daar waar het 1012 betreft is geschaad. Studies van de UvA zijn vooringenomen in gang gezet, vanuit een eendimensionaal perspectief begeleid. Uitkomsten zijn niet met ons gedeeld, maar gebruikt om via de media het project negatief te framen. Van objectiviteit is geen sprake. Het lijkt erop dat persoonlijke meningen en motieven van bepaalde UvA medewerker(s) maatgevend is/zijn. Mijn ervaringen zijn inmiddels dusdanig dat ik er geen energie meer in steek, wat 1012 betreft.”
Met ‘vooringenomen studies’ doelde Van Rossum op het kritische onderzoeksrapport ‘Macht op de Wallen’ van de UvA dat in januari 2009 was verschenen. Aan de weergave en conclusies van de ‘discours analyse’ van de universiteit lagen interviews ten grondslag van studenten politicologie met ambtenaren, waaronder Pierre van Rossum, bestuurders, politici, journalisten en andere betrokkenen over de aanleiding en de start van wat toen nog ‘Coalitieproject 1012’ heette.
Docent Laurens Buijs, onder wiens leiding het onderzoek is uitgevoerd, werd er door de gemeente van beschuldigd gegevens te hebben verzonnen in het rapport. Het zou gaan om een niet kloppend interview met oud-burgemeester Job Cohen. Ook zouden uitspraken van een Parool-journalist verkeerd zijn geciteerd. De gemeente eiste rectificatie.
Het dispuut liep behoorlijk hoog op, meldde The Post Online in ‘Topambtenaar boycot UvA vanwege kritiek op Wallenproject’. Volgens de auteur van het artikel moest Buijs zich melden bij toenmalig faculteitsdirecteur Meinert Fennema. Nadat Fennema beide interviews, waarvan audio-opnamen waren gemaakt, had afgeluisterd werd Buijs van alle blaam gezuiverd. De kritiek van de gemeente bleek dus onterecht.
Desondanks weigerde Van Rossum, nog steeds vanwege het rapport ‘Macht op de Wallen’ dat hem niet zinde, mee te werken aan nieuwe studies van de UvA over de Wallen.
De podcast
Een mislukt project, een bij Bureau Integriteit ingediende klacht die met een zak geld is weggepoetst, het om persoonlijke reden boycotten van de Universiteit van Amsterdam, het heeft allemaal geen gevolgen voor Van Rossum. De topambtenaar heeft naar verluidt nog altijd een aanzienlijke macht binnen het gemeenteapparaat.
Gelet op zijn onware bewering, uitgesproken in december 2013 in de Beurs van Berlage, dat het sluiten van mijn speelhallen als een succes van Project 1012 moet worden beschouwd, was ik nieuwsgierig wat Van Rossum in de podcast te vertellen had over de Wallen en met name over het Heinekenlosgeld dat daar volgens het Openbaar Ministerie zou zijn geïnvesteerd.
Van Rossum introduceerde zichzelf in aflevering 7 van podcast als volgt:
“Mijn naam is Pierre van Rossum en ik ben op dit moment directeur van de Directie Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam.”
Daarna legt van Rossum uit wat de afdeling OOV van de gemeente allemaal doet:
“Ik denk als je de krant openslaat dan zie je heel vaak artikelen die ermee te maken hebben, bijvoorbeeld alle explosies die er nu in de stad zijn, de overlast die dat bezorgt in de straat, de drugscriminaliteit waar we mee te maken hebben, ook raamprostitutie, beleid daarop. Al dat soort dingen dat doen we vanuit Openbare Orde en Veiligheid onder het gezag van de burgemeester. Dus daar werken we heel intensief mee samen. En de belangrijkste partners zijn de politie en het openbaar ministerie en werken we in ‘de driehoek’”.
‘Marcel Kaatee liep rond in het gebied’
Zoals hiervoor is aangegeven was Van Rossum eerder projectleider van Project 1012, het geesteskind van toenmalig wethouder Lodewijk Asscher. Van Rossum legt in de podcast uit waarom Project 1012 destijds is opgetuigd:
“Hoe Amsterdam er in 1477 bij lag, dat is precies het postcodegebied 1012. En als je naar 2007 toe gaat, dan liep Charles Geerts rond, waarvan bekend was dat ie contacten had met de criminele wereld. Niet aangetoond dat hij zélf crimineel was, maar hij had contacten. Marcel Kaatee liep rond in het gebied, waarvan ook bekend was dat ie allerlei contacten had. En zo waren we in 2007 toch op een punt dat je niet kunt zeggen het is lekker rustig (lachend) in het gebied en het is onder controle.”
Onder leiding van Van Rossum ging de gemeente in 2008 met Project 1012 aan de slag. Prostitutiepanden werden opgekocht en omgebouwd tot modeatelier en vergunningen voor coffeeshops, horeca, prostitutie en andere bedrijven werden geweigerd of ingetrokken op grond van de Wet Bibob.
FTM: Je hebt gezegd: met dit project is de ambitie de criminele infrastructuur af te breken.
Van Rossum: “Ja.”
FTM: Is dat gelukt?
Van Rossum: “Ja. Dat durf ik met zekerheid te zeggen. We zijn in die tussentijd van personen afgekomen waarvan ik de namen net noemde.”
FTM: De personen die in 2007 in beeld kwamen?
Van Rossum: “Precies. Die zijn allemaal verdwenen.”
FTM: Dus dan hebben we het over Geerts, dan hebben we het over Kaatee.
Van Rossum: “Ja. Die zijn, mede door ons Project, en ook gecombineerd met strafrecht, zijn die van het toneel verdwenen.”
Dat ik van het Wallentoneel ben verdwenen is niet waar, en dat de gemeente dit als een succes ziet van Project 1012 dan uiteraard ook niet. Dat mijn speelhallen in 2012 op grond van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn gesloten is helaas wel waar. Wat vond Van Rossum van die beslissing van de toenmalige burgemeester om mijn gokhallen te sluiten, wil FTM van hem weten.
Van Rossum: “Die heb ik best moeilijk gevonden. Ehm, omdat hij natuurlijk ook vaak, hij is vaak vrijgepleit. En daardoor vond ik het wel lastig hoe je naar Kaatee moest kijken. De geruchten waren er genoeg. Maar het gaat natuurlijk om bewijslast. En de strafvervolging was steeds niet gelukt, maar we hebben zijn gokautomatenhallen gesloten omdat het aantoonbaar gefinancierd was met geld van Paarlberg. En dat was frauduleus geld. En dat is door de rechter in stand gebleven. Dus die heeft dat getoetst en gezegd: nou dat is een terechte reden om de exploitatie te sluiten.”
Misvatting Follow the Money
FTM legt dan in een voice-over uit op welke gerechtelijke uitspraak Van Rossum doelde:
De veroordeling van Jan-Dirk Paarlberg. De vastgoedmiljonair die 17 miljoen euro witwaste voor Willem Holleeder en met een deel van dat geld de aankoop van de gokhallen door Kaatee mogelijk maakte. Naast de overtuiging dat Holleeder de feitelijke eigenaar is, gebruikt de gemeente Amsterdam die financiering als argument om de hallen geen vergunning te geven.
Follow the Money had de feiten even niet op een rijtje. Er is geen geld van Paarlberg gebruikt of benut bij mijn aankoop van de speelhallen in september 2002. Paarlberg was toen nog helemaal niet in beeld. De aankoop is dus niet mogelijk gemaakt door de Paarlberg zoals FTM in de podcast stelt.
La Lau
Dan komt de heer La Lau aan het woord in de podcast, de koper van de speelhallen en de panden wiens vergunningaanvragen jarenlang zijn gefrustreerd en inmiddels al in twee beroepszaken tegen de burgemeester en de gemeente Amsterdam in het gelijk is gesteld. Als FTM hem vraagt wat nou de bezwaren zijn van zowel de gemeente als het OM tegen zijn komst op die plek, antwoordt La Lau: “Dat spreken ze niet uit. Dat is nog steeds niet duidelijk waarom dit allemaal zo raar gaat.”
‘Dubieuze partijen’
FTM legt de kwestie voor aan Pierre van Rossum. Weet hij wat het bezwaar is tegen de transactie tussen La Lau en Kaatee?
Van Rossum: “Dat weet ik niet. Ik ken deze onderhandelingen niet. Ik weet wel dat, zeg maar vanaf het moment dat de gokautomatenhallen gesloten werden, dat er met hele grote regelmaat partijen langs kwamen die zeiden: wij willen het wel kopen. Maar dan waren het ook vaak partijen waarvan ik dacht: dat is niet zo verstandig, want dan komen we weer terug van waar we vandaan komen. Ik noem er geen namen bij, maar dat gebeurde met grote regelmaat.”
Waren dat dubieuze partijen, vraagt FTM aan Van Rossum.
Van Rossum antwoordt: “Dubieuze partijen. Ja. En wij kunnen dan niet zeggen: u kunt of mag het niet kopen. Dat kunnen wij helemaal niet. Dus, ze hadden het vastgoed kunnen kopen van hem. Maar op het moment dat ze dan een vergunning zouden aanvragen voor de gokhallen, dan achtten wij het behoorlijk waarschijnlijk dat ze weer niet verleend zouden worden. En er waren partijen die dat natuurlijk eerst effe testen, hoe groot de kans was op een vergunning. En dat was niet zo groot.”
FTM houdt Van Rossum zijn eigen bewering nogmaals voor: ‘Kaatee wil dus verkopen aan partijen waarvan jij zegt, of waarvan jullie zeiden van: voor zover wij dat kunnen beoordelen zijn die niet zuiver op de graat. En dreigt het gevaar van misbruik.’
Van Rossum: “Ja, opnieuw. En dat hebben we dan nog niet aangetoond, maar dat is een veronderstelling. En nog steeds kan Kaatee het verkopen, maar blijkbaar gebeurt het dan niet omdat de andere partij denkt: mwoah, ik heb niet zo’n grote kans dat ik een vergunning krijg.”
Bewering Van Rossum niet verifieerbaar, of toch wel…
In aflevering 7 van de podcast ‘De jacht op het Heinekenlosgeld’ beweert Pierre van Rossum dus dat na de gedwongen sluiting van mijn speelhallen in 2012, ‘met grote regelmaat dubieuze partijen’ bij de gemeente aanklopten die mijn speelhallen en panden over zouden wilden nemen. Die partijen zagen uiteindelijk af van een overname omdat ze vreesden de Bibob-toets niet te doorstaan, stelde Van Rossum in de podcast, zonder namen te noemen van die ‘dubieuze partijen’ zodat zijn bewering niet kan worden geverifieerd. Of toch wel…
Volgende week meer hierover. Ik licht alvast een tipje van de sluier op: alle partijen die na de sluiting contact hebben gezocht met de gemeente en met gemeenteambtenaren een mogelijke overname hebben besproken, beschikten – met uitzondering van de uiteindelijke koper La Lau – over één of meer exploitatievergunningen voor een speelhal/casino in Amsterdam.