Onderzoek Woo-procedure heropend

De rechtbank Amsterdam heeft het onderzoek in de Woo-procedure van mijn speelhallen RLC 1 BV en RLC 2 BV tegen de minister van Justitie en Veiligheid heropend. Dat heeft de rechtbank op 26 juli 2024 in een schrijven laten weten. Deze rechtszaak handelt over openbaarmaking van interne en externe correspondentie van het Openbaar Ministerie over mij en over mijn speelhallen en panden op de Wallen vanaf mijn onherroepelijke vrijspraak door het Amsterdamse gerechtshof op 3 juli 2009 in het zogeheten Kolbak-proces. Ik ben toen integraal vrijgesproken van onder meer het ‘witwassen van de Wallenpanden’ waarvoor ik thans opnieuw terecht sta.

Minister weigert openbaarmaking van honderden documenten
De strafzaak Kolbak is voor mij geëindigd in een integrale en onherroepelijke vrijspraak. Het Openbaar Ministerie is niet in cassatie gegaan tegen de vrijspraak. Waarover en hoe vaak moet je als OM daarna dan nog over mij en over mijn bedrijven en panden corresponderen met de gemeente Amsterdam en met de Kansspelautoriteit? Kennelijk heel vaak, getuige de honderden documenten die het OM naar aanleiding van het Woo-verzoek heeft geïnventariseerd en weigert openbaar te maken.

Nadat het OM, die in deze zaak optreedt namens de minister van Veiligheid en Justitie, op 17 januari 2024 erkende een fout te hebben gemaakt bij de beoordeling van de documenten, heeft het OM naderhand nog 15 van de 399 vertrouwelijk en geheim geachte documenten verstrekt die zien op mijn Woo-verzoek.

Klacht
Bij de nieuwe Woo-stukken trof ik onder meer een handgeschreven notitie over een klacht die ik in 2010 bij de Nationale ombudsman had ingediend over officier van justitie mr. J. Plooij, en ook een geanonimiseerde brief van een officier van justitie van 1 juni 2010 aan het College van Procureurs-generaal over de klacht. De officier wiens naam is zwart gelakt in de brief kan niemand anders zijn dan Koos Plooij. ‘Gelet op de inhoud van de brieven en de gevoeligheid van de zaak zend ik u beide stukken ter informatie hierbij’, schrijft (vermoedelijk) Plooij aan het College.

De destijds ingediende klacht had betrekking op beschuldigingen die officier van justitie Plooij herhaaldelijk in het openbaar aan mijn adres had geuit in de strafzaak tegen de heer Jan-Dirk Paarlberg, beschuldigingen waarvan ik nog geen jaar eerder onherroepelijk was vrijgesproken.

Zodra mijn naam naar voren kwam tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak Paarlberg, sprak Plooij op badinerende toon over mij. Dit hebben meerdere journalisten die de zittingen hadden bijgewoond opgemerkt en aan mij bevestigd. Op mijn vraag of dit ook gold voor Michiel Zwinkels, de andere aanklager in die strafzaak, antwoordden de journalisten ontkennend. Alleen Plooij heeft zich op spottende en beschuldigende wijze over mij uitgelaten. Op 12 april 2010 is dit bevestigd door Het Parool. In het artikel ‘Gangsterliefje haalt haar gelijk’ over het boek ‘Gangsterliefje tegen wil en dank’ van mijn vriendin en levenspartner Priscilla Jourdan, schreef de misdaadverslaggever Paul Vugts:

‘Het is maar goed dat ze niet op de tribune zit bij het omvangrijke witwasproces tegen vastgoedmiljonair Jan Dirk Paarlberg, die volgens justitie ruim zeventien miljoen wegsluisde die Holleeder van Endstra had afgeperst. Ook in die zaak laat justitie nu en dan fijntjes blijken bepaald niet overtuigd te zijn van Kaatees onschuld.’

Dat de beschuldigingen van Plooij geen versprekingen waren bleek toen op 10 en 11 mei 2010 het requisitoir in de strafzaak tegen Paarlberg door het OM werd gepresenteerd. In de schriftelijke bewijsvoering ging het 5 pagina’s lang over ‘Kaatee’ en een kwalijke rol die het OM mij toedichtte bij de afpersing van Endstra en het vermeende witwassen van de van Endstra afgeperste bedragen. Het OM kwalificeerde mij in het Paarlberg-requisitoir als ‘de adjudant van Holleeder’.

Direct na afloop van de openbare zitting waarin het requisitoir was voorgedragen (en is uitgedeeld aan de aanwezige pers), werd ik gebeld door Merel van Leeuwen, toentertijd journalist bij Dagblad De Pers. Zij bracht mij als eerste op de hoogte van de leugens die Plooij publiekelijk over mij had verkondigd en schreef er een artikel over.

Na haar vertrek bij Dagblad De Pers is Merel van Leeuwen in dienst getreden bij het Openbaar Ministerie waar ze thans ‘hoofd media & strategie’ is.

Correspondentie met de Nationale ombudsman
Met het nieuwe Woo-besluit d.d. 28 februari 2024 gaf het OM ook correspondentie vrij met de Nationale ombudsman over mijn klacht. In een e-mail stelt de Nationale ombudsman op 17 juni 2010 vast dat mijn klacht nog niet door de hoofdofficier is behandeld. Waarop de ombudsman die vaststelling baseert, blijkt niet uit de e-mail en ook niet uit de voorgaande e-mails. Kennelijk heeft het OM niet alle correspondentie met de ombudsman geopenbaard.  

De ombudsman schrijft in een e-mail aan het OM: ‘Kan ik aannemen dat dit wordt opgepakt en dat er een interne klachtenbehandeling gaat plaatsvinden?’ Het antwoord van het OM op die vraag is eveneens nergens terug te vinden in de alsnog geopenbaarde Woo-documenten.

Klachtenafhandeling door het OM
De interne klachtenafhandeling door het OM was een wassen neus met een voorspelbare uitkomst. Mijn klacht over de publieke uitlatingen over mij van officier van justitie Koos Plooij ná mijn vrijspraak, werd door plaatsvervangend hoofdofficier mr. Jet Hoogendijk ongegrond verklaard. De door Plooij gebezigde kwalificatie ‘adjudant van Holleeder’ hield geen beschuldiging in maar was beeldspraak geweest, zo stelde de hoofdofficier in haar beoordeling. Ze legde dat keurig uit:

‘De term adjudant heeft dus geen beschuldigende connotatie, maar ziet in dit verband op iemand die een ander bijstaat en namens de ander optreedt. Dat sprake is van beeldspraak moge duidelijk zijn, nu een adjudant blijkens Van Dale’s Groot Woordenboek der Nederlandse Taal een stafofficier is die aan vorstelijke personen, opper- of vlagofficieren is toegevoegd om deze in dienstzaken bij te staan.’

Volgens de hoofdofficier had het OM in het requisitoir in de strafzaak tegen Jan-Dirk Paarberg ‘op goede gronden aandacht besteed aan enkele feiten en omstandigheden in het dossier, betreffende u, die van belang (konden) zijn voor de rechterlijke beoordeling van de link die tussen Holleeder en Paarlberg heeft bestaan. Daarbij is de vrijspraak door het hof expliciet benoemd en onaangetast gelaten.’

Op deze wijze verwees de plaatsvervangend hoofdofficier mijn klacht naar de prullenbak. Het is een aan onbeschoftheid grenzend voorbeeld van een slager die zijn eigen vlees kleurt. Mr. Hoogendijk is tegenwoordig rechter bij de rechtbank Amsterdam.        

Correspondentie tussen OM en gemeente in 2010
Ondanks dat er in juni 2010 bij het OM een klacht was binnengekomen over de inhoud van de paragraaf ‘Kaatee’ in het Paarlberg-requisitoir, heeft officier van justitie Plooij zijn requisitoir in september 2010 integraal met de gemeente Amsterdam gedeeld. De officier had kennelijk een blind vertrouwen in een goede afloop (voor hem) van de klachtenprocedure.

Uit een briefwisseling tussen de gemeente en het Landelijk Parket in september 2010, blijkt dat op 12 juli 2010 een overleg heeft plaatsgevonden tussen het Openbaar Ministerie en de gemeente Amsterdam over mijn vergunningaanvragen. Tijdens dat overleg is het Paarlberg-requisitoir aan de gemeente verstrekt. Gemeenteambtenaar Harold van Wijnen, destijds hoofd van de afdeling Vergunningen, schrijft op 17 september 2010 namelijk aan het Landelijk Parket:  

‘Op 12 juli jl. heeft overleg plaatsgevonden tussen het Openbaar Ministerie en de gemeente Amsterdam. Aanleiding voor het overleg zijn de aanvragen van Marcel Kaatee voor een exploitatievergunning voor zijn twee gokhallen.
In het overleg is besproken welke informatie uit de strafzaken de bestuursrechtelijke procedure kunnen ondersteunen. Afgesproken is dat deze informatie op grond van het convenant Emergo aan de gemeente ter beschikking gesteld kan worden. Ik verzoek u afschriften van de volgende stukken aan de gemeente te verstrekken.

Onderzoek Enclave:
Opgave aan de hand van het requisitoir van de strafzaak tegen Paarlberg. (…)’

Ook deze evident onder het Woo-verzoek vallende correspondentie tussen gemeente Amsterdam en het Landelijk Parket is (nog) niet door het OM verstrekt en openbaar gemaakt.

‘Heel onwenselijk’
De resterende alsnog in februari 2024 door het OM verstrekte documentatie betreft interne correspondentie uit 2021 over eerder ingediende Wob-verzoeken waarvan een medewerker van het Landelijk Parket Amsterdam lichtelijk in paniek is geraakt. Als de medewerker van het OM erachter komt dat niet alleen ik maar ook de heer La Lau Wob-verzoeken heeft ingediend bij zowel de gemeente Amsterdam als bij de Kansspelautoriteit, schrijft de medewerker op 2 juli 2021 aan vier collega’s:

‘Bij de Kansspelautoriteit heeft [zwart gelakt] ook (net als bij de gemeente) een WOB verzoek ingediend. Daar hebben ze een zoekslag gedaan en hebben ze mails van [zwart gelakt] (inzake de OM tip naar de KSA) en van mij gevonden. Het lijkt mij heel onwenselijk dat deze mails openbaar gemaakt worden. Ik heb daarom contact gezocht met de WOB coördinator van het LP [zwart gelakt], en zal met haar overleggen over een passende reactie, die ik daarna aan jullie zal voorleggen!’  

Eerder op de dag had de medewerker al aan de bel getrokken over mijn Wob-verzoeken en aan een collega geschreven: ‘Ik zou graag met jou willen overleggen over een reactie naar de KSA, omdat ik niet graag zou willen dat deze mails openbaar gemaakt worden (omdat er van alles speelt in de strafzaak)’.   

‘Onderzoek niet volledig geweest’
Naar aanleiding van het op 28 februari 2024 openbaar maken van nog eens 15 van de 399 documenten, heeft de rechtbank mij gevraagd of ik het beroep wilde intrekken. Dat wilde ik niet en heb de rechtbank dit op 26 maart jl. in een brief laten weten.

Op 26 juni 2024 is de zaak wederom op zitting behandeld. Ik heb daar de volgende dag verslag van gedaan op mijn website. Op grond van mijn pleitnota en hetgeen op zitting is besproken, heeft de rechtbank op 25 juli 2024 geoordeeld dat het door het OM verrichtte Woo-onderzoek niet volledig is geweest. De zaak is nu dus heropend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.