De ‘dubieuze partijen’ van Pierre van Rossum (3)

Na de gedwongen sluiting van mijn speelhallen op 19 maart 2012, zouden tal van ‘dubieuze partijen’ bij de gemeente hebben aangeklopt die de hallen wilden kopen en dit vervolgens niet deden. Dat gebeurde ‘met hele grote regelmaat’ volgens directeur Openbare Orde en Veiligheid Pierre van Rossum, die toen de leiding had over Project 1012. ‘Op het moment dat die partijen een vergunning zouden aanvragen voor de gokhallen, dan achtten wij het behoorlijk waarschijnlijk dat ze weer niet verleend zouden worden. En er waren partijen die dat natuurlijk eerst effe testen, hoe groot de kans was op een vergunning. En dat was niet zo groot,’ stelt Van Rossum in aflevering 7 van de podcast ‘De jacht op het Heinekenlosgeld’ van Follow the Money.  Namen van die ‘dubieuze partijen’ weigerde Van Rossum te noemen. De suggestieve en criminaliserende uitlatingen van Van Rossum in de podcast waren voor mij aanleiding om het proces rond de verkoop van mijn panden en bedrijven te openbaren. In tegenstelling tot Van Rossum heb ik niets te verbergen.

Kandidaat-kopers niet ‘dubieus’
In deel 1 en deel 2 is beschreven hoe en wanneer JVH Gaming & Entertainment BV en de Beko Groep als eerste in een koop geïnteresseerde partijen zich bij mij en bij de gemeente hebben gemeld en waarom het niet tot een verkoop heeft geleid. JVH en Beko beschikten al over Amsterdamse speelhalvergunningen en zijn dus geen ‘dubieuze partijen’. Deel 2 eindigde met de derde kandidaat-koper of kopers die zich aandienden: Ron de Vries van Lucky Jack, een middelgrote speler in de hoofdstad met vier speelhallen waarvan twee in de binnenstad, en diens toenmalige interim-directeur La Lau. Eveneens geen ‘dubieuze partijen’. Ze zouden een nieuwe vennootschap oprichten en het pakket gezamenlijk kopen, en ieder een belang nemen van 50%.  

Overeenstemming
Op 20 september 2013 (mijn verjaardag) stemde de heer La Lau in met de door mij verlangde koopsom ad. € 2.8 miljoen kosten koper voor de aandelen van RLC 1 BV en RLC 2 BV (beide speelhallen, inclusief goodwill, inventaris en bestaande huurrechten), en de panden Molensteeg 1 en  Oudezijds Achterburgwal 30. Het bezit van de panden was geen einddoel voor de kopers. Die zouden worden doorverkocht aan een betrouwbare vastgoedpartij om ze vervolgens van deze partij te huren, zo had La Lau duidelijk gemaakt tijdens ons gesprek in september.   

Stadsgoed NV
Uit door de gemeente Amsterdam op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) openbaar gemaakte correspondentie tussen de gemeente en Stadsgoed NV over mijn panden, blijkt Lucky Jack enkele dagen later contact te hebben gehad met Stadsgoed over de panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30. Lucky Jack had aan Stadsgoed zelfs al een huurprijs voorgesteld die het bedrijf wilde betalen voor Molensteeg 1: € 120.000,- per jaar, exclusief btw.

De vertegenwoordiger van Stadsgoed nam onmiddellijk contact op met de gemeente en schrijft op 24 september 2013 in een e-mail:

‘Heeft [zwart gelakt] belangstelling voor de panden [zwart gelakt}?
In alle vertrouwelijkheid kan ze allebei aanbieden, voor [zwart gelakt] heb ik een huurder (Lucky Jack) Bibob proof, die € 120.000,– excl. btw per jaar gaat betalen.
De huidige eigenaar wil van de stenen af.   
Richtprijs ligt rond de € 2.900.000/kk voor beide panden.     
Buitenkansje om controle over deze “gevoelige” panden te krijgen.
Ik hoor graag van je.’    

De tekst die achter de dikke zwartgelakte strepen in het Wob-document schuilgaat is voor ingewijden geen geheim:

‘Heeft de gemeente belangstelling voor de panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30? In alle vertrouwelijkheid kan ze allebei aanbieden, voor Molensteeg 1 heb ik een huurder (Lucky Jack) Bibob proof, die € 120.000,– excl. btw per jaar gaat betalen.
De huidige eigenaar wil van de stenen af.   
Richtprijs ligt rond de € 2.900.000/kk voor beide panden.     
Buitenkansje om controle over deze “gevoelige” panden te krijgen.
Ik hoor graag van je.’    

Buitenkansje of niet?
De mail van Stadsgoed NV aan de gemeente wordt gedeeld met enkele andere ambtenaren die zich gaan buigen over het ‘buitenkansje om controle over deze “gevoelige” panden te krijgen’.

‘Hoi allen,
 Zie voorstel [zwart gelakt]. Volgens mij zijn dit de panden van [zwart gelakt]. Als [zwart gelakt] koopt is hij aan het witwassen of niet? Wat vinden jullie van de ‘buitenkans’?’

Opnieuw is het een koud kunstje om de zwart gelakte tekst in de e-mail van de ambtenaar te raden. Er staat geschreven:

‘Hoi allen,
Zie voorstel Stadsgoed. Volgens mij zijn dit de panden van Kaatee. Als Wiggers
(directeur Stadsgoed) koopt is hij aan het witwassen of niet? Wat vinden jullie van de ‘buitenkans’?

‘Lijkt mij geen buitenkansje’, schrijft een van de ambtenaren in een reactie. ‘Twee panden waarin geen rendabele gokautomatenexploitatie uit te voeren is aanbieden voor 2.9 mln? [Zwart gelakt] blijft zitten met gokautomatenhal in [zwart gelakt]. Laat Lucky Jack dan maar zelf (laten) kopen. Witwassen weet [zwart gelakt]. Volgens mij gaat het geld rechtstreeks naar vadertje staat via bureau ontnemingsrecht. Gr. [zwart gelakt]’

Het invullen van de zwartgelakte tekst in het Wob-document is iets lastiger, maar ik doe een poging:

‘Lijkt mij geen buitenkansje. Twee panden waarin geen rendabele gokautomatenexploitatie uit te voeren is aanbieden voor 2.9 mln? Kaatee blijft zitten met gokautomatenhal in Buddy Buddy. Laat Lucky Jack dan maar zelf (laten) kopen. Witwassen weet niet. Volgens mij gaat het geld rechtstreeks naar vadertje staat via bureau ontnemingsrecht. Gr. [naam ambtenaar]’

Geen rendabele gokautomatenexploitatie? De ambtenaar kent de omzetten van mijn speelhallen helemaal niet. Met zulke vooringenomen onbenullen krijg je dus te maken als je als geïnteresseerde partij contact opneemt met de gemeente Amsterdam over mijn bedrijven en panden.    

‘Rustig afwachten en uitroken’
Op 26 september 2013 is het clubje ambtenaren dat met elkaar communiceert over het ‘buitenkansje’ het eens: niet doen! Een van hen schrijft: ‘Als hij zo wanhopig is, wend je je toch niet tot de gemeente maar tot de markt? Rustig afwachten en uitroken.’  

Waarop een collega reageert: ‘Op basis van uitspraak CvB is financiering door [zwart gelakt] een probleem. De evt. stafbare feiten van [zwart gelakt] zelf mochten niet meegerekend worden in verband met vrijspraak gerechtelijke procedure. Verkoop zou wellicht vanwege ontnemingstraject van justitie nog geen probleem hoeven zijn maar vraag is wat het belang van gemeente/stadsgoed is om het aan te kopen en zeker voor deze prijs. Huidige gebruiksmogelijkheden zijn beperkt en rechtvaardigen deze koopprijs niet.’

Wederom is het niet moeilijk om de tekst onder de zwarte balken in te vullen:  

‘Op basis van uitspraak CvB is financiering door Paarlberg een probleem. De evt. stafbare feiten van Kaatee zelf mochten niet meegerekend worden in verband met vrijspraak gerechtelijke procedure. Verkoop zou wellicht vanwege ontnemingstraject van justitie nog geen probleem hoeven zijn maar vraag is wat het belang van gemeente/stadsgoed is om het aan te kopen en zeker voor deze prijs. Huidige gebruiksmogelijkheden zijn beperkt en rechtvaardigen deze koopprijs niet.’   

Interessanter zijn de zwartgelakte namen van de ambtenaren die de verkoop van mijn panden aan Stadsgoed NV hebben afgewezen. Wie zijn die ambtenaren? Welke functie hebben zij binnen de gemeente? Wat is de achtergrond van de instructie “rustig afwachten en uitroken”? Wanneer is dat besluit genomen en waarom? Wie heeft dat besluit genomen? Of is “rustig afwachten en uitroken” een persoonlijke beleidsopvatting van de betreffende ambtenaar dat dit met mijn speelhallen moet gebeuren? Als dat laatste het geval zou zijn, zijn de twee collega’s het er in ieder geval mee eens want ze reageren er niet (afwijzend) op.         

Maar wacht eens even… Was die correspondentie niet al eerder door de gemeente verstrekt, eind 2021, en was daarin niet vrijwel alle tekst zwartgelakt behalve de namen van de betrokken ambtenaren? En is toen niet overhaast een nieuw Wob-besluit genomen waarbij alle documenten opnieuw zijn beoordeeld en geanonimiseerd waarbij in Wob-stuk nummer 50 de namen van de ambtenaren alsnog zijn zwartgelakt? Inderdaad!

Het is Eline Koomen van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid en het zogeheten ‘team ondermijning’ geweest die op 26 september 2013 aan Cees Schot van het Van Traa-team en Bibob-ambtenaar Ingrid Jansma over mijn bedrijven en panden heeft geschreven: “Rustig afwachten en uitroken”. Ingrid Jansma en Cees Schot krijgen de in maart 2014 door de heer La Lau ingediende vergunningaanvragen op hun bureau om deze samen met een ambtenaar genaamd Sandra Haavekost te gaan behandelen. Ik ken ze alle drie van mijn eigen procedures tegen de gemeente. Eline Koomen is in het begin alleen op de achtergrond betrokken bij de behandeling van de aanvragen. Later treedt Koomen meer op de voorgrond.    

‘Eline’
In de Wob-stukken uit 2021 die het Openbaar Ministerie op 28 februari 2024 openbaar heeft gemaakt zag ik dat de contactpersoon van het OM bij de gemeente toevallig ‘Eline’ heet. In de openbaar gemaakte interne mail van het Landelijk Parket was namelijk verzuimd de naam ‘Eline’ zwart te lakken. Het abusievelijk openbaar maken van de voornaam van een gemeenteambtenaar betreft volgens het OM een ‘datalek’, mailt het OM 6 maanden later. Het OM heeft mij thans verzocht de naam van de ambtenaar en het document van mijn website te verwijderen.

Als ik goed ben geïnformeerd door juristen die zijn gespecialiseerd in Woo-procedures, dient het OM na het ontdekken van een datalek, zo spoedig mogelijk een nieuw Woo-besluit te nemen waarin het openbaar gemaakte document wordt vervangen door hetzelfde document waarin de voornaam van de gemeenteambtenaar onleesbaar is gemaakt. Ik heb er daarom voor gekozen de naam ‘Eline’ in de correspondentie van de OM-medewerkers zelf zwart te lakken.

La Lau gaat alleen verder
Als La Lau in maart 2014 bij de gemeente vergunningen aanvraagt om de speelhallen op Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 te mogen exploiteren, heeft hij inmiddels afscheid genomen van De Vries & Vet en Ron de Vries. La Lau is vastbesloten de aankoop zelfstandig te doen, zonder partner of compagnon. Hij is in maart 2014 uiteraard niet bekend met de interne instructie van 26 september 2013 “rustig afwachten en uitroken” die geldt ten aanzien van de speelhallen. Dat komt pas naar buiten in 2022 dankzij Wob-verzoeken van La Lau en ondergetekende.  

Ook bij de Kansspelautoriteit (KSA) vraagt La Lau vergunningen aan. Die zijn wettelijk verplicht om in Nederland kansspelautomaten te mogen exploiteren. De KSA verleent die vergunningen in mei 2014 na een antecedentenonderzoek. De gemeente Amsterdam daarentegen deed er echter nogal lang over voordat de aanvragen van La Lau überhaupt in behandeling werden genomen. Ze bleven maar vragen stellen. Als tussenpersoon Jan Kos, die La Lau had ingeschakeld om het aanvraagproces bij de gemeente in goede banen te leiden, op enig moment aan een van de ambtenaren vraagt of nu alle vragen waren beantwoord, hoorde hij twee weken niks en ontving prompt weer een nieuwe lijst met vragen. Hier klopte iets niet.

Bestemmingsplan postcodegebied 1012
Langzaam werd duidelijk dat achter de trage behandeling een bewuste strategie zat. In het kader van een nieuw ontwerpbestemmingsplan voor postcodegebied 1012 wilde de gemeente de speelhalbestemming van mijn panden namelijk verbieden. Een op het laatste moment toegevoegde leegstandbepaling zorgde ervoor dat indien de gokactiviteiten in de panden niet vóór 11 september 2014 waren hervat, de bestemming ‘speelhal’ automatisch zou komen te vervallen. Ná die datum zou het exploiteren van een speelhal in de panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 voorgoed verboden zijn.

La Lau kon het haast niet geloven toen ik hem hiervan op de hoogte bracht en verifieerde het bij de gemeente. Sandra Haavekost, een van de ambtenaren die betrokken was bij de behandeling van de aanvragen, bevestigde dat de vergunningaanvragen op grond van het bestemmingsplan zouden worden afgewezen als vóór 11 september 2014 geen vergunningen waren verleend aan de vennootschappen van La Lau.           

Raad van State
Ik heb toen aan de bel getrokken bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag. De Raad van State stelde mij in het gelijk, eerst in een voorlopige voorziening procedure en daarna in de bodemprocedure. De gemeente had het bestemmingsplan 1012 ten aanzien van mijn panden waarin de speelhallen zijn gevestigd, ‘niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid’. Toen dat in 2014 ging spelen heb ik daar uitgebreid over gepubliceerd.  

De uitspraak van de Raad van State op 25 februari 2015 was een domper voor de gemeente, en ook voor Project 1012-ambtenaren Pierre van Rossum en Arjen Hoogeveen die de gemeente vertegenwoordigden bij de bodemprocedure. Om de speelhallen nu uit te kunnen roken moest de hulp worden ingeroepen van de hulptroepen van het Landelijk Bureau Bibob (LBB) en het Openbaar Ministerie, die het LBB voorziet van onvolledige, onjuiste, eenzijdige en gekleurde informatie zo heb ik ervaren.

Speelhalverbod mislukt
Het nieuws over bestemmingsplan 1012 en het wel of niet verbieden van de speelhalbestemming van de panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30, werd met belangstelling gevolgd door de eigenaars van Casino City op Oudezijds Achterburgwal 35, een speelhal een paar deuren verderop. Casino City had die speelhal in juni 2012 overgenomen van de firma Krijco Amusement. Die eigenaars van Casino City zaten niet te wachten op concurrentie.      

Met het toevoegen van een leegstandbepaling aan het ontwerp bestemmingsplan 1012 waarin een speelhalverbod zat besloten van twee gesloten speelhallen in het Wallengebied, namelijk mijn hallen, had de gemeente de eigenaren van Casino City op hun wenken bediend. De uitspraak van de Raad van State in de bodemprocedure viel, net als bij de gemeente, ook bij de eigenaren van Casino City koud op hun dak. Directe concurrentie moest nu op een andere manier de pas worden afgesneden.

Nadat diverse Bibob-adviezen over de aanvragen van La Lau waren gepasseerd, die het beste kunnen worden omschreven als amateuristisch broddelwerk, schoot het OM de gemeente in 2020 te hulp door mij te chanteren en, omdat ik niet meewerkte aan de chantagepraktijken van het OM, mij opnieuw te gaan vervolgen voor het ‘witwassen van de Wallenpanden’. Burgemeester Halsema maakte van die actie van het OM dankbaar gebruik door de vergunningaanvragen van La Lau buiten behandeling te stellen. Doordat het OM (in het kader van de vervolging met het oog op ontneming) beslag had gelegd op Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30, kon La Lau volgens de burgemeester niet meer vrijelijk over de panden beschikken om er een speelhal te exploiteren. De rechtbank Amsterdam ging daar echter niet in mee en vernietigde het besluit van de burgemeester.

‘Verweerder kon niet in redelijkheid de aanvraag van exploitatievergunningen tbv speelautomatenhallen buiten behandeling stellen. Eisers hebben namelijk wel aannemelijk gemaakt dat zij over de ruimte kunnen beschikken, terwijl hen dat werd tegengeworpen.’

In 2023 waagde de gemeente onder aanvoering van burgemeester Halsema dan maar weer een nieuwe poging om via een bestemmingsplan een speelhalverbod te bewerkstelligen m.b.t. beide panden. Ditmaal diende het ‘Bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum 2’ hiervoor als vehikel.

Mario-Patrick BV
Het bij gemeentebesluit vastgestelde verbod op de aanwezigheid van een speelhal in mijn panden zou ertoe leiden dat er in het Wallengebied voortaan maar één exploitant actief is: Mario-Patrick BV, handelend onder de naam Casino City met een speelhal op Lange Niezel 1 (geopend in 2011), hoek Warmoesstraat, en een op Oudezijds Achterburgwal 35, direct naast de Bananenbar (geopend in 2012).

Op voorspraak van burgemeester Halsema ging de gemeenteraad unaniem akkoord met het intrekken/verbieden van de speelhalbestemming van mijn panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30. Daarmee kende de gemeenteraad willens en wetens een monopolypositie toe aan één exploitant in het Red Light District: Casino City.

Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is een bestemmingsplan niet bedoeld om concurrentieverhoudingen in een plangebied te reguleren. Met het beoogde en reeds door de gemeenteraad goedgekeurde speelhalverbod met betrekking tot mijn panden, was daar evident sprake van. Ik heb dit voorgehouden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in mijn beroep tegen het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum 2.

Net als in 2014 en in 2015 kreeg de gemeente wéér de deksel op haar neus van de Raad van State. Op 29 november 2023 vernietigde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dienovereenkomstig mijn beroep en het beroep van de heer La Lau het gemeentebesluit, zodat Casino City in het Red Light District geen onherroepelijke monopoliepositie verkreeg. Speelhallen zijn en blijven toegestaan in de panden.  

Familie Singels
Wie zijn de eigenaren van Casino City met twee speelhallen in het Wallengebied die zoveel macht hebben en bevoordeeld lijken te worden door ambtenaren en bestuurders van de gemeente Amsterdam?

Casino City is de handelsnaam waaronder Mario-Patrick BV meerdere speelautomatenhallen exploiteert in Amsterdam. Het is een écht familiebedrijf, zoals bij meer Amsterdamse speelhallen het geval is. Een van de eigenaren is Mario Singels, die de laatste jaren ook buiten de Amsterdamse regio bekend is geworden als succesvolle (mede-)oprichter van online-casino BetCity. Mede dankzij de verkoop van BetCity was de familie Singels in 2023 volgens Quote goed voor 430 miljoen euro.  

Mario Singels kreeg het ondernemen met de paplepel ingegoten van zijn vader, Jopie Singels, een Amsterdamse ondernemer van de oude stempel, afkomstig uit de Jordaan. In de jaren ’70 begon Jopie een gokhal in de Jan Evertsenstraat. Samen met zijn broer Patrick heeft Mario van het gokbedrijf van zijn vader een miljoenenimperium gemaakt, inclusief online activiteiten. Mario heeft economie gestudeerd en is directeur van Mario-Patrick BV, en daarmee ook van Casino City.  

Mario is een sympathieke, serieuze en strategisch denkende ondernemer voor wie familie altijd op nummer één komt. Ik ken hem al jaren, in tegenstelling tot Patrick die ik nooit heb gesproken. Mario houdt van pokeren (ik heb hem ooit een mooi Amerikaans boek over poker cadeau gedaan) en heeft zijn zaakjes goed voor elkaar. Zijn speelautomatenhallen door KEMA laten certificeren, vond hij niet nodig. Hij wilde liever geen pottenkijkers in zijn zaken.     

Getuigenverhoor Singels in Vandros
Op 19 oktober 2017 is Mario gehoord in het Vandros-onderzoek naar liquidaties in de Amsterdamse onderwereld waarin Willem Holleeder de enige verdachte was. Aanleiding om Mario als getuige in dat liquidatieonderzoek te horen leggen de verbalisanten T-137 en R-486 uit in het proces-verbaal van verhoor:  

‘Uit onderzoek is gebleken dat de familie Singels in 2012, waaronder Marjo Singels, interesse heeft getoond in het aankopen van de speelautomatenhallen gelegen in de Molensteeg 1 en de Oudezijds Achterburgwal 30 te Amsterdam. De eigenaar van deze panden betreft Marcel Kaatee, echter vermoed wordt dat de panden in werkelijkheid eigendom zijn van Willem Holleeder. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de tante van Marjo Singels, Beppie van Rheenen, in de jaren ’90 een relatie heeft gehad met Willem Holleeder. Derhalve acht het onderzoeksteam het van belang om Marjo Singels ondermeer over het hierboven genoemde te horen.’   

Hoe de verbalisanten er in 2017 bij komen dat Mario in 2012 interesse heeft getoond in mijn speelhallen is mij een raadsel, maar het klopt wel. Het moeten gemeenteambtenaren zijn geweest die dit hebben doorgebriefd aan justitie.

Met een onderzoek naar liquidaties waarvoor Holleeder in Vandros terecht staat, heeft het getuigenverhoor van Mario Singels niks te maken. Wel met mijn speelhallen en de panden op de Wallen waarin deze zijn gevestigd. De getuigenverklaringen die Singels in Vandros heeft afgelegd worden in 2020 dan ook als eerste gevoegd als onderdeel van het ‘proces-verbaal van verdenkingen’ in mijn strafzaak ‘26Terrell’.      

Verbalisanten ‘zeer gedreven en zeer serieus’
De verbalisanten T-137 en R-486 houden Mario aan het begin van het verhoor voor dat ze al sinds 2014 bezig zijn met ‘de zaak’. Ze omschrijven zichzelf als ‘zeer gedreven’ en ‘zeer serieus.’

Het verhoor
Als de verbalisanten aan Mario vragen of hij wat over mij kan vertellen, steekt de getuige van wal:

Singels: ‘Marcel Kaatee kwam destijds op mij over als iemand die ook gestudeerd had, een jongen die was blijven plakken in dat Wallenmilieu, maar wel heel serieus met zijn bedrijf bezig was. Ook zeg maar in de brancheorganisatie waar ik ook in zat, daar ook regelmatig kwam en op serieuze wijze probeerde dat bedrijf te voeren en een hele aardige, lieve gast.
Zo kende ik hem in die tijd. Dus zo ben ik hem ook nog eens tegengekomen. Later, dat is niet zo heel lang geleden, ben ik hem nog wel eens tegengekomen in de hoedanigheid van…

Ik zal het wel even uitleggen. Toen kwam, denk ik waar jullie naartoe willen. Bij mij in de branche ontwikkelt de branche zich van kleine speelautomatenhallen naar grote speelautomatenhallen, van hallen die in het centrum goed draaiden, naar hallen die buiten het centrum goed draaiden. Je ziet dat is een trend, die zie ik nu steeds meer. Aan de rand van Amsterdam zitten de goed lopende, meer op casino’s lijkende speelautomatenhallen. Dat is een ontwikkeling die ik al een jaar of acht, negen op mij af zag komen. En ik had heel goed lopende hallen die al niet in het centrum zaten, maar net daarbuiten. Dus wie de stad niet in wilde, en het centrum niet in kwam, die bleef eigenlijk in mijn automatenhallen hangen. Maar ik zag wel dat de hallen die te klein waren, aandeel te beperkt, kwalitatief niet goed genoeg… Bovendien de kosten namen ontzettend toe. Kanspelbelasting verdubbelt. Dus, ik denk vanaf dat moment heb ik gekeken: hoe kan ik een stap maken naar een hal naar buiten.

Het verplaatsen van mijn eigen hallen was geen optie, want het waren goedlopende hallen en er waren in Amsterdam een aantal hallen die gewoon niet goed draaiden. Dus, ik ben toen bezig geweest om te kijken: zijn er niet hallen die ik kan overnemen. Ik heb toen ook gesproken met ambtenaren van de centrale stad en dat…

Het was de bedoeling dat als je meerdere hallen in het centrum had. Kijken of ze kunnen clusteren als één hal en dan verplaatsen naar buiten het centrum. Ambtenaren gaven in die periode aan dat ze dat ook wel lekker vonden. Hallen uit 1012 weg, voor hen was het [onverstaanbaar]. In plaats dat je drie vergunningen moet uitgeven: één. Dus op het moment dat zij ook aangaven: er lag zelfs een beleidsplan, dacht ik. Dat moet ik gaan proberen. En dan kom je op de vraag: welke hallen zijn er dan beschikbaar. Euhm, daar zijn een aantal hallen in het centrum en dan was voor mij wel duidelijk dat de hallen van Kaatee daar niet bij hoorden. Daar zag ik ook (onverstaanbaar) niets in. Ik ben toen tegen twee ondernemers aan gelopen die wel van hun hallen af wilde. Dat was er eentje van de firma Krijco geweest. Een groot bedrijf uit de omstreken van Den Haag die aan het reorganiseren waren en die één halletje hadden in Amsterdam waar geld bij moest. Dus die wilde daar vanaf. Dat was een partij waarvan ik wist dat ze wel problemen hadden.’

Verbalisant 1: welk adres is dat?
Singels: ‘Oudezijds Achterburgwal 35. Of Voor- of Achterburgwal, weet ik nooit. Dat is die hal. En die andere, Lange Niezel, die was van drie mannen euhm, waar ik ook wel wat achtergrond heb gedaan, en die waren oké. Dus die heb ik overgenomen (…)

We hebben intern in de familie daar wel discussies over gevoerd. Durf je wel een hal te kopen in het Wallengebied? Euhm, en in de tijd van de Hells Angels wat daarvoor nogal speelde. Dus, straks zet je daar een hal en dan zitten daar Angels bij voor de deur, en wat voor risico’s loop je dan. Nou, maar na daar heel lang over gestoeid te hebben met mijn broers.

Wat toen wel speelde, het opschonen van de Wallen was toen wel al aan de gang. En heel veel van de criminaliteit die er in de jaren daarvoor in Amsterdam nog heerste, was op dat moment al weg. Dus ik heb dat toen wel aangedurfd om die hallen daar te kopen. En ik heb er achteraf geen spijt van. Ik heb daar nog nooit enig probleem ondervonden in die hal, buiten de hal, met welke crimineel dan ook. Ik heb daar minder overlast, of minder problemen, dan in welk ander district ook. Zozeer zelfs dat ik het een goede wijk vind dat we ook als investeringsbedrijf daar gewoon op zoek zijn naar panden als belegging. Maar dat was toen nog even een dingetje. Dat is de reden geweest waarom ik die hallen destijds gekocht heb, en via een trucje ook later nog eens een hal op de Reguliersbreestraat heb kunnen overnemen. En ik nu drie hallen heb waarvan één, nog steeds niet drie, heel goed lopende hallen. Maar het idee was nog steeds van: jongens, we stappen naar de gemeente. Ik heb daar lobby ook gevoerd, met de burgemeester over gesproken. Heel verhaal wat voor jullie niet interessant is. Tot nu toe nog steeds niet, gelukkig (gekuch).’

Verbalisant 2: Maar dan terug naar Marcel Kaatee. Je kende hem al van…
Singels: ‘Ja precies. Ik heb in die tijd, ook wel een gesprek gevoerd met Marcel Kaatee die ook zijn hallen wilde verkopen, aan mij. Die heb ik niet zelf benaderd. Die is naar mij toegekomen van: is dat niks voor jou?’

Verbalisant 2: Hoe is dat gegaan? Kun je dat voor je halen?
Singels: ‘Ik heb volgens mij meer dan één gesprek gevoerd maar ik heb één gesprek met hem gevoerd in de Beurs van Berlage daar. Waarbij Marcel die hallen wilde verkopen en ik m’n verontrusting heb uitgesproken van: zijn ze wel van jou? Dat was voor mij niet duidelijk. Euhm, en nu moet ik oppassen wat ik zeg: zodanig niet duidelijk dat ik euhm, met name bij mijn broers nog sterker dan ik, zoiets hadden van: wij gaan dit gewoon niet doen. Toen had ik die andere drie nog niet.’

“We worden binnenkort buren!”
Dat laatste klopt niet. Toen wij elkaar in mei 2012 spraken in de Beurs van Berlage, had de familie Singels de speelhal in de Lange Niezel al overgenomen en omgetoverd tot Casino City. In de zomer van 2011 in Miami, waar Mario met zijn gezin en vrienden toevallig in hetzelfde hotel verbleef als ik met mijn gezin, had hij nog enthousiast geroepen: “We worden binnenkort buren!” Aan het zwembad vertelde Mario over zijn plannen om te investeren in het Red Light District. Op dat moment had ik er nog geen seconde bij stilgestaan dat ik de Bibob-zaak zou verliezen en mijn hallen moest sluiten. Ik was immers onherroepelijk vrijgesproken van alles wat mij ten laste was gelegd, ook van het beweerde witwassen van vijf panden op de Wallen die volgens het OM eigenlijk van Holleeder zouden zijn, en van het medeplegen van het witwassen van afpersgelden via de financiering van Paarlberg. Volledig vrijgesproken door het gerechtshof! In 2010 ontving ik ook nog eens een schadevergoeding voor de bijna 8 maanden die ik in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De burgemeester had geen poot om op te staan, dacht ik. Het besef dat een vrijspraak voor witwassen weinig betekent in Nederland – het is volgens de rechtbank Amsterdam ‘slechts’ een momentopname – was toen nog niet tot mij doorgedrongen.        

“Is het niks voor jou?”
Op het moment dat ik met Mario Singels in het grand café in de Beurs van Berlage had afgesproken, was ik al in gesprek met Eric Olders van JVH over een overname. Dat heb ik Mario meteen duidelijk gemaakt toen we daar koffie dronken. Singels begreep niet waarom ik in zee ging met JVH. Dat was in zijn ogen de vijand. Mijn vraag: is het niks voor jou, was om te peilen of hij eventueel interesse had als de overname door JVH zou mislukken. Mario ging het bespreken met zijn broer maar achtte het niet reëel. Mario-Patrick BV stond net op het punt om de speelhal van Krijco naast de Bananenbar over te nemen. Die speelhal is in juni 2012 aan Mario-Patrick BV verkocht, samen met het pand. Dat was nog geen drie maanden nadat mijn hallen dicht moesten van de gemeente.

Krijco Amusement
Tijdens ons gesprek in de Beurs van Berlage was Singels vooral geïnteresseerd in de omzetten van mijn speelhallen en hoe ver ik al was gevorderd met JVH. De omzetcijfers heb ik hem gegeven. Op de Wallen ging naderhand het verhaal dat Singels zijn interesse in mijn speelhallen gebruikte om in de onderhandeling met Krijco de prijs van die speelhal aan de Oudezijds Achterburgwal 35 en het pand, nóg verder naar beneden te krijgen. Ik heb dat niet geverifieerd bij Corry van Amstel en Joe Krijnen van Krijco Amusement, maar het zou me niet verbazen als dat zo was.  

Het verhoor (vervolg)
Op 19 oktober 2017 zei Singels tegen de Vandros-rechercheurs die hem verhoorden dat hij het overnemen van mijn hallen “te gevaarlijk” vond.

Verbalisant 2: Wat was dan precies: te gevaarlijk? Waarom was het zo?
Singels: ‘Het zou zo kunnen zijn dat Marcel niet de eigenaar was maar andere euhm personen, en dat die je dat niet in dankbaarheid afnamen en later zeiden: leuk, maar volgens ons was het toch niet van Marcel en had je daar leuk gekocht, en was je dat misschien kwijt geweest. En welke problemen haal je dan op je hals. Dat is één.’   

Verbalisant 2: Welke andere personen bedoel je dan?
Singels: ‘Nou ja, personen… We lezen allemaal jullie boeken. En iedereen was onduidelijk geweest of ze wel van Marcel waren, of dat ze van euhm, van Willem Holleeder waren of die vastgoedman wiens naam ik eigenlijk niet meer weet. Nou dat.’

Verbalisant 2: je zei: je had twee gesprekken gehad, eentje in de beurs van Berlage en eentje…
Singels: ‘Die andere kan ik mij niet meer herinneren maar ik had volgens mij meer dan één gesprek daarover gehad. De andere reden waarom ik het niet wilde doen was dat… Ik ben in het bezit van vergunningen die door de gemeente worden uitgegeven. Stel je voor dat ik wel fout zit. Dan heb ik ook nog eens een probleem met de gemeente. Dus, dan zet ik mijn hele bedrijf op het spel.’

Verbalisant 1: Je zegt dat er in ieder geval 2 gesprekken zijn geweest. Eentje in de Beurs van Berlage en die ander weet je dus niet.
Singels: ‘Weet ik ook niet en ik weet ook niet eens 100% zeker dat ik dat gesprek heb gehad. Ik kan mij niet herinneren dat ik maar één keer daar een gesprek over heb gehad.’

Verbalisant 1: Weet je dan wie daar nog allemaal bij waren?
Singels: ‘Alleen Marcel, ja.’

Verbalisant 1: Jij en Marcel?
Singels: ‘Ja. Nobody else. Maar wat mij hier even verbaast. Kijk, de informatie die jullie nu zoeken, die moeten jullie toch al op honderdduizend andere manieren hebben moeten verkrijgen dan zonder mij? Jullie kennen toch Sonja en Astrid en die hebben over van alles verklaard over van alles en nog wat. Waarom vraag je in hemelsnaam aan mij dit?’

Verbalisant 2: Omdat wij een relatie met jou zien.
Singels: ‘Ja.’

Verbalisant 2: We benaderen iedereen met wie….
Singels: ‘Maar genoeg is toch genoeg zou ik zeggen?’

Verbalisant 2: Nou ja, dat is waar. Dat is onze zoektocht en ik heb nog een paar vragen. Want je hebt verteld over Marcel Kaatee dat jullie elkaar lang kennen. Daar zijn we in geïnteresseerd. Hoe ging dat nou vroeger? Jongen die gestudeerd had…
Singels: ‘Marcel deed ook iets met zo’n ondernemersvereniging op de Wallen. En hij organiseerde een jazzfestival of zo. Hij heeft mij weleens uitgenodigd bij zo’n winkeliersvereniging of ondernemersvereniging.’

Verbalisant 1: Hoe is de relatie met Kaatee en jou gegroeid? Hoe is het gegaan?
Singels: ‘Ik kende Marcel van de vergaderingen vanuit de brancheverenigingen en als Amsterdammers zoek je elkaar wat meer op als je samen met honderd man bent. Dus je ontmoet collega’s in en uit de buurt en dan heb je gesprekken met elkaar.’

Verbalisant 1: Wanneer was dat? Wanneer is dat begonnen?
Singels: ‘Tja, dat speelde al zo lang. Ik run die hallen vanaf mijn 26e, ga naar die vergadering. Dus vanaf die tijd als je het mij vraagt.’

Verbalisant 1: Geen jaren negentig dus als ik even snel reken?
Singels: ‘Halverwege de jaren negentig denk ik ja.’

Verbalisant 2: Kwam je toen ook wel eens in de hallen?
Singels: ‘Ja, ja.’

Verbalisant 2: Hoe ging dat?
Singels: ‘Hoe ging dat? Wat ik sowieso doe, en toen nog meer, is alle hallen van de collega’s langs om gewoon te kijken: hè, wat hebben zij voor automaten staan, wat hebben ze niet staan. En in die hoedanigheid ben ik ook wel eens bij Marcel langs geweest. Gekeken, en daar ben ik ook Marcel wel eens tegengekomen. En dan heb je gewoon gesprekken, als leider van zo’n zaak met een andere leider van zo’n zaak. Hij als bedrijfsleider in de tijd dat de hallen nog van De Vries waren.’

Verbalisant 1: Maurits de Vries.
Singels: ‘Nee, toen niet meer. Die was volgens mij toen al dood. Voor mij was dat Edith de Vries. Denk ik, in die periode, maar het kan ook net even daarna zijn hoor. Maar gewoon in de tijd dat hij daar bedrijfsmatig de leiding had.’

Verbalisant 2: Kwam je Willem daar wel eens tegen?
Singels: ‘Kwam je Willem daar wel eens tegen? Nee, ik kwam wel Gerard wel eens tegen, zijn broertje. Maar Willem kan ik mij niet herinneren.’

Verbalisant 1: Maar wat deed Gerard nou?
Singels: ‘Gerard was, wat ik begreep, halmedewerker. Iets onder Marcel denk ik. Zo’n soort assistent manager. Wat wel zo is, Gerard heeft ooit in het begin een periode bij mij in de hallen gewerkt, als casinomedewerker. En die is later dan daar gaan werken. En ik moet zeggen, zoals ik hem ken, Gerard is een hele lieve, aardige zachte gozer. En die heeft alleen – die hal is daar nu gesloten – maar die heeft in de afgelopen jaren twee keer bij mij gesolliciteerd op het moment dat ik medewerkers zocht, en ik heb tegen hem moeten zeggen: Gerard, ik vind je een hele lieve gozer, maar ik wil de relatie niet aan omdat je nu eenmaal Holleeder heet. Ik wil niet dat ik misschien een stempel krijg, dat ik op de één of andere manier toch verbonden ben met Willem Holleeder. En dat begreep hij wel.’   

(…)

Verbalisant 2: Ik wil nog even terug naar Marcel Kaatee en wat je zei: hè, het was niet helemaal mijn idee maar Marcel kwam naar mij toe over de hallen.
Singels: ‘Ja.’

Verbalisant 2: Kun je dat nog een keer voor je halen en ons vertellen hoe dat nou ging?
Singels: ‘Euhm, Marcel wilde gewoon, wilde wat hallen verkopen en die heeft proberen uit te leggen dat hij de eigenaar was van die hallen en dat ie wel flinke problemen had met justitie en mijn zwager die daar op zaten. Euhm, ja zo.’

Verbalisant 2: En wat heeft hij jou precies gevraagd?
Singels: ‘Ja, wat mij nu bij staat: of ik ze nu dan, of ik ze niet wilde kopen?’

Mario vergat aan zijn antwoord toe te voegen: als de verkoop aan JVH op de een of andere manier niet door zou gaan, want dát is ‘precies’ wat ik aan Mario heb aangegeven in mei 2012 in de Beurs van Berlage.

Verbalisant 2: En dan bedoelde hij kopen? Exploiteren? Of panden kopen?
Singels: ‘Kopen en exploiteren.’

Verbalisant 1: En dan hebben we het over twee hallen? Dat was de Molensteeg en…?         
Singels: ‘Oudezijds Achterburgwal 5 geloof ik. Buddy Buddy heet die.’

Verbalisant 1: Buddy Buddy.
Singels: ‘Ja.’

Verbalisant 1: Die twee?
Singels: ‘Ja.’

Verbalisant 1: Want hij had die hallen niet verkocht natuurlijk
Singels: ‘Nee, nee, niet verkocht’

Verbalisant 2: Je zegt: ik had daar meerdere gesprekken over.
Singels: ‘Het is, het is bij mij in de familie…’

Verbalisant 2: En het is bij de gemeente geweest.
Singels: ‘Ik had die strategie om die strategie uit te voeren.’

Verbalisant 2: Ja, ja.
Singels: ‘Dus dat was, het past, het zou mooi zijn in mijn euhm, stap naar de toekomst.’

Verbalisant 2: Maar toen kende je de geschiedenis toch ook al wel van Marcel en die panden?
Singels: ‘Ik ken de geschiedenis van iedere speelautomatenhal in Nederland en of Amsterdam, die ken ik natuurlijk en alles wat daar speelde. En wat in de media kwam, en ja wat je dan ziet, volgt en doet. En dat was voor mij aanleiding om het risico niet te nemen.’

Verbalisant 1: Je had net gezegd er zijn twee redenen: één van die redenen dat het mogelijk zo zou kunnen zijn, dat de kans bestaat dat Marcel niet de echte eigenaar van de hallen is.
Singels: ‘Ja.’

Verbalisant 1: Kun je daar war meer over zeggen? Wat bedoel je daarmee?
Singels: ‘Daar bedoel ik mee dat onder andere in de media, euhm dat ook gelezen hebben dat, tja Marcel was bedrijfsleider, en op het ene moment eigenaar van de hallen. Dat is niet een heel logische carrièrestap. Euhm, en iedereen kent de geruchten dat Willem Holleeder de eigenaar was van de hallen.’

Geen logische carrièrestap?
Een bedrijfsleider die uiteindelijk eigenaar wordt van het bedrijf waar hij jarenlang heeft gewerkt geen logische carrièrestap? Voor iemand die economie heeft gestudeerd is dat een wereldvreemde opmerking. Een management buy out komt geregeld voor in het bedrijfsleven, ook op de Wallen. Mijn overleden vriend en ‘Koning van de Wallen’ Jan Otten was ook eerst bedrijfsleider voordat hij eigenaar werd van Casa Rosso, de Bananenbar en het Erotisch Museum. De huidige eigenaar van Casablanca op de Zeedijk is daar ooit zelfs begonnen als glazenophaler.      

Vervolgens gaat het verhoor over de familie Singels toen Willem Holleeder daar nog deel van uitmaakte, over getapte telefoongesprekken tussen Mario en Willem in de jaren ’90 die één-voor-één met de getuige worden doorgenomen, over het uitlenen van studieboeken aan Holleeder, een bezoek aan Holleeder in Veenhuizen toen hij vast zat voor de Heinekenontvoering, over contacten met Gijsje van Dam, over Cor van Hout, over paardenkoersen, over de beroemde foto van Willem Holleeder, Cor van Hout en Hells Angel-aanvoerder Willem van Boxtel bij een wedstrijd van Ajax toen zij volgens Mario misschien wel op de VIP-plaatsen van zijn vader hebben gezeten.

Aanspraak
Nadat de relatie van Willem met zijn tante Beppie was beëindigd kwam Mario hem nog regelmatig tegen, in de PC Hooftstraat, bij Ajax, in Amsterdam-Zuid, waarbij Mario benadrukt dat half Amsterdam Holleeder tegenkomt, ‘en dan hebben wij nog eens die relatie met Beppie. Waardoor je hem kent, en aanspraak met hem hebt.’

Verbalisant 2: Daarom vinden wij het zo opvallend dat je later weer met Kaatee om de tafel gaat zitten. En dat je als een serieuze partij wordt gezien, dat is … En dan blijft het mij toch verwonderen om het maar zo te zeggen.  
Singels: ‘Dat staat los van Kaatee. Kaatee kende ik al van daarvoor. Kaatee was al betrokken bij de exploitatie van die hallen, way vóór Willem.’ (…)

Verbalisant 2: Maar dat opgeteld bij het feit dat je al die verhalen die rondgaan kent, op de Wallen of hier in Amsterdam, dat het misschien niet van Kaatee is, dan verbaast het mij dan zo dat je je dan wel als serieuze partij meldt bij de gemeente zoals je dat net tegen ons vertelt.
Singels: ‘Want?’

Verbalisant 2: Ten aanzien van die gokhal. Terwijl je eerder tegen ons zegt: we doen er alles aan om weg te blijven bij Willem.

Beïnvloeden van getuigen
Het beïnvloeden van de getuige, met name door verbalisant 2, neemt gaandeweg het verhoor steeds meer toe. Willem heeft niets te maken met mijn gokhallen en ook niet met de panden. Hij heeft er van 1993 tot oktober 1996 gewerkt, meer niet. Het sturen van een getuige in een bepaalde richting bij het afleggen van verklaringen leren ze blijkbaar ook aan de nieuwe generatie rechercheurs op de Politieacademie. Mario probeert niettemin voet bij stuk te houden en dient Verbalisant 2 van repliek.

Singels: ‘Eehm, ik heb dit wel afgelast. (…) Ik heb het wel onderzocht. Euhm, hoe dat het bedrijfseconomisch op dat moment, wilde, of wilde onderzoeken.’  

Verbalisant 2: Maar je had niets van Kaatee gekregen, dat zeg je net.
Singels: ‘Ik heb niets…’    

Verbalisant 2: Je had geen stukken van Kaatee.
Singels: ‘Nee.’

Verbalisant 2: Dus wat heb je onderzocht?
Singels: ‘Blijkbaar heb ik dus – ik ben sowieso dit gesprek aangegaan met Kaatee, en ik heb het ook met Kaatee over omzetcijfers gehad. Ik weet nu nog wat zijn omzetcijfers waren. Dat heb ik afgetast. Ik weet dat van Kaatee, die heeft wel wat verteld over zijn juridische situatie en hoeveel schuld ie had. Het kan ook zijn dat ik dat uit het boekje heb, dat weet ik niet meer zeker. En ik heb het bij de gemeente afgetast. Het was natuurlijk ook een probleem voor de gemeente hè! De gemeente zat ook met die situatie in zijn maag. Dus, het was van mij uit ook: misschien help ik de gemeente wel. Op die manier heb ik wat ik wilde en de gemeente is van het probleem af. Ik voelde mij niet besmet. Ik snap wel dat ik als besmet zou kunnen worden aangemerkt zoals ik hier nu zit, maar ik voelde mij niet besmet en wilde dat toch bij die gemeente kijken of ik dat, dat het zin heeft om dat aan te gaan.’

Verbalisant 2: Ja, ja.

(…)

Singels: ‘Ik heb het afgetast ja. Ik weet geen jaartallen. Maar op het moment dat ik met Kaatee praat zit ik in het proces van aftasten. Dus bij de gemeente ook langs gaan, met Kaatee dat gesprek.’   

Verbalisant 1: Dat is 2012
Singels: ‘Dat is 2012’

Verbalisant 2: En het opvallende is dat Willem dan vrij is.
Singels: ‘Maar wacht even. Maar we hebben het wel over 2012?’

Verbalisant 2: Dus dat is dan…
Singels: ‘Maar wat is er dan in 2006?

Verbalisant 2: Nou, dat zei je net, ik had het afgetast in 2006.
Singels: ‘Maar ik was, wacht even, ik zei 2006.’

Verbalisant 1: Tien jaar later.
Singels: ‘Oh, omdat ik dacht van die periode, de periode dat ik het had afgetast, dat is volgens mij geweest vlak voor de periode dat ik ook daadwerkelijk die andere twee ook heb kunnen kopen. In de periode, toen die nog niet op de markt waren, euhm, ben ik in gesprek geweest met Kaatee.’  

Verbalisant 2: En dat was in 2012. En toen was Willem weer vrij. Dus dat. Dat valt mij in ieder geval op.
Verbalisant 1: Dat plaatje bevreemdt ons.
Singels: ‘Toen was Willem vrij? Toen ik dat gesprek had. Had ik misschien twee keer met Kaatee (onverstaanbaar)’

Verbalisant 2: Dat weet ik niet. Maar je zei dat je meerdere gesprekken met hem had gevoerd. En dat valt ons op. En dat, de vrijlating van Willem, is ook niet onopgemerkt gebleven.
Singels: ‘Nee.’

Verbalisant 2: En ik denk al helemaal niet dat het aan jou voorbij is gegaan.
Singels: ‘Nee. Maar ik weet zeker dat ik met Kaatee een gesprek heb gehad in de Berlage.  Maar als je mij nu dan vraagt: was het dan in 2006 of in 2012? Dat weet ik echt niet. Euhm, zouden die dan in 2012 of… Maar in 2012 was voor mij niet meer, toen ik die andere hal had, was het voor mij niet meer nodig om iets met Kaatee te doen.’

Verbalisant 1: Dan heb je het over Lange Niezel en Oudezijds Achterburgwal 35?
Singels: ‘Ja. Op het moment dat ik die heb, heb ik mij positie die ik graag wilde. De mogelijkheid om naar de gemeente samen te voegen. Waar ik blijf. Om ze samen te voegen is voor mij dan in principe al klaar! Ik heb er drie en dat is voldoende. Dus als ik op dat moment toch nog een keer dat gesprek had met Kaatee. Maar ik zeg je net ook, ik heb met Kaatee in gesprek gezeten over dat winkelcentrum. Dat boven die winkeliersvereniging. Dat kan ook zo maar in 2012 geweest zijn.’

Verbalisant 1: Wanneer heb je Kaatee voor het eerst gezien? Toen zei je: dat was de horecabijeenkomst.
Singels: ‘Maar dat is in de jaren ’90.’

Verbalisant 1: Dus dat is weer iets anders?
Singels: ‘Ja. Dat is weer iets anders. Dat is jaren negentig, en misschien ook nog wel begin 2000 of zo. Dat weet ik niet. Maar dat was early days. Op een gegeven moment is Kaatee ook uit de branchevereniging gezet. Hij heeft daar nog een keer een lange speech gehouden om zich vrij te praten. Maar hij is eruit gezet en mocht ie er niet meer komen.’

Verbalisant 2: En dan denk je: dan ben je heel goed op de hoogte over de achtergrond van die panden van Kaatee.
Singels: ‘Tuurlijk, nee maar tuurlijk.’

Verbalisant 2: En tóch het gesprek aangaan. Dat is precies de vraag die ik jou stel, van: natuurlijk, ik begrijp, je had het net uitgelegd. Er zijn zakelijke belangen en je weet eigenlijk als geen ander hoe dat wereldje in elkaar zit.

Achteraf
De suggestieve en beschuldigende opmerkingen van Verbalisant 2 resulteren er uiteindelijk in dat Singels ‘met inzicht van achteraf’ toegeeft fout bezig te zijn geweest door met mij in gesprek te gaan. ‘Ik besefte mij dat – denk ik toen ook wel – nadat het was afgekapt, dat ik daar te lang heb, dreigde rond te draaien. Ja.’    

Vervelend
De vragen van de verbalisanten die tijdens het verhoor aan Singels zijn gesteld waren er niet op gericht om helderheid te verkrijgen en bewijs te verzamelen in het liquidatieonderzoek Vandros. De twee rechercheurs T-137 en R-486 waren duidelijk naar iets anders op zoek. Mario verliet op 19 oktober 2017 het hoofdbureau van politie aan de Marnixstraat omstreeks 11.00 uur met een ‘vervelend’ gevoel. Dat blijkt als hij later Verbalisant 1 belt om iets wat hij ‘vervelend’ vond aan het verhoor beter uit te leggen.

Aanvullend verhoor
Maandag 23 oktober 2017 vindt op verzoek van Mario een ‘aanvullend verhoor’ plaats in Vandros. Verbalisant 2 (R-486) is dit keer niet aanwezig. T-237 is haar vervanger.  

Singels: ‘De reden dat ik je belde, ik had nog even dat gesprek door mijn gedachte laten gaan. Euhm, en dat was met name één ding wat ik voor mijzelf vervelend vond. En dat ging over, jullie hadden gezegd: vanuit jullie stukken kwam naar voren dat ik een keer een gesprek had gehad met de gemeente betreffende de overname van, mogelijke overname van de hal in de Molensteeg. Ik wilde daarop nog even verduidelijken.’  

Verbalisant 1: Ja.
Singels: ‘Wat voor mij een rol speelde: Ik ben op zoek naar versterking van mijn speelautomatenhal destijds. En – euhm, het is duidelijk dat die hallen van Kaatee toen op de markt waren. Wat ik destijds ook met de gemeente heb gezegd: ik wil, was op zoek naar uitbreiding.’

Verbalisant 1: Ja.
Singels: ‘En die hallen waren op de markt. Ik wilde ze eigenlijk liever, liever niet hebben. Maar waar ik wel mee zat was ook van: wat als straks een andere partij ze koopt? Dat was voor mij ook een overweging: wat als een andere partij ze nu eens koopt en dan heb ik in één keer een sterke partij tegenover mij. Ik ben steeds op zoek geweest naar de mogelijkheid om mijn bedrijf uit te breiden, een nieuwe vestiging te krijgen. Een mogelijke, enige mogelijkheid die er was, was om half in 1012 te kopen, die te bundelen en die eventueel naar een andere locatie te verplaatsen. En daar was ik ook al heel lang mee bezig om dat voor elkaar te krijgen. En waar ik ook bang voor was, was dat andere partijen die positie zouden pakken. Wat daar ook nog een rol speelt is dat je, zeg maar… Een tijdje daarvoor heeft een collega-bedrijf van mij gewoon uit pure (onverstaanbaar), een groot bedrijf geweest. Die hebben hallen gekocht die ooit van, (onverstaanbaar) waarvan men zei dat ze ooit van Mieremet waren geweest.’    

Verbalisant 1: Waar hebben we het dan over?
Singels: “We hebben het dan over de hallen in de Reguliersbreestraat, en een hal ook in het 1012-gebied. Lange Niezel is dat geweest. Die zijn eerst verkocht aan iemand die dacht: ik neem die hallen over. En die zijn later weer doorverkocht aan JVH, welbekend van Jack’s Casino. En die hebben nooit geweten, die kennen de Amsterdamse situatie niet. Euhm, dat die hallen in het verleden die smet hebben gehad. Waar ik bang voor was, was dat zo’n partij ook dacht van: er staan 2 hallen te koop in Amsterdam. Kaatee zegt: niets mee aan de hand. En dat ik ze niet durfde te kopen. En dat vervolgens een ander dan dacht: nou ja, oké wat kan je…, wat kan je nou gebeuren. Ik neem die hallen over. Ik heb dat toen ook aangegeven bij de gemeente. Joh., hoe zit dat nu met die hallen? Euhm, ik hoef ze niet maar straks komt een andere partij en toen heb ik wel gezegd, wat ik ook tegen jullie heb gezegd: waarom halen jullie ze gewoon niet zelf van de markt? Waarom maak je er niet gewoon wat anders van? Gooi ze dicht. Maak er een pannenkoekenhuis van.

Verbalisant 1: Ja.
Singels: “Dat gesprek heb ik in die vorm ook met de gemeente toen gevoerd en ook gezegd: jullie zijn van het probleem af en ik ben van het probleem af. Ik krijg de concurrent niet en die dingen zijn gewoon van de markt af. Dat is mijn insteek toen ook geweest in dat gesprek.

Verbalisant 1: Oke, en was dat voordat je een gesprek had met Marcel Kaatee over die panden? Want je geeft eerder aan… (door elkaar).
Singels: “Dat durf ik niet meer te zeggen, dat is… (onverstaanbaar)”

Verbalisant 1: Met wie is gesproken van de gemeente?
Singels: “Euhm. Ik heb daar, denk ik gesproken met – euhm, mevrouw Yvette Nagel. Ja. Met die gesproken, en ik heb ook wel eens met mensen van 1012 gesproken. De ambtenaren die waren betrokken. En als je mij nu vraagt: (onverstaanbaar). Weet ik niet eens meer met wie ik heb gesproken. Met wie ik dat toen besproken heb, maar volgens mij was het met die jongens van 1012.”

Verbalisant 1: Weet je nog een voornaam? Gijs?
Singels: “Die waren vroeger bezig met 1012?”

Verbalisant 1: Maar wat voor ambtenaar heb je het dan over?
Singels: Yvette Nagel is een ambtenaar die gaat over vergunningen, dat soort zaken. Die zit daar op het stadhuis en dan heb je een soort van commissie van ambtenaren die bezig waren om het gebied 1012 zeg maar te upgraden. Euhm, ja, bezig waren met het verplaatsen van bedrijven van vorige eigenaren, het sluiten van hoerenkasten en zo. En als je mij nu vraag: wie? Ik heb met beide gesproken en volgens mij met beiden dit soort gesprekken gevoerd over die hallen.

“Maak er een pannenkoekenhuis van”
Puur uit eigen belang, in verband met zijn investeringen in twee eigen speelhallen op de Wallen in 2011 en in 2012, heeft Mario Singels een deal proberen te sluiten met 1012-ambtenaren van de gemeente om mijn speelhallen voor altijd gesloten te houden.   

Vervolgens probeert de gemeente met man en macht de verkoop van mijn hallen aan een concurrent van Singels tegen te werken en tegen te houden. “Rustig afwachten en uitroken”, mailt een ambtenaar van Openbare Orde en Veiligheid en Team Ondermijning aan collega’s die een half jaar later de vergunningaanvraag van de heer La Lau gaan behandelen. Met een “uitrook”-beleid dacht de gemeente mijn speelhallen wel even van de markt te kunnen halen en tegelijkertijd te voorkomen dat Casino City concurrentie krijgt op de Wallen.

Bij de verkoop van mijn bedrijven en panden en de aflossing van mijn miljoenenschuld aan de staat, ervaar ik dus niet alleen tegenwerking van de gemeente, de Kansspelautoriteit en het Openbaar Ministerie, maar heb ik tot overmaat van ramp ook nog te maken met een collega-ondernemer enkele deuren verderop die vindt dat als hij mijn speelhallen niet kan of wil kopen, niemand anders ze mag kopen. Een collega-ondernemer die uit concurrentieoverwegingen hondsbrutaal naar de gemeente stapt en over de bedrijven van zijn buren roept: “Gooi ze dicht. Maak er een pannenkoekenhuis van.” 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.