De ‘dubieuze partijen’ van Pierre van Rossum (4)

Na het lezen van deel 1, deel 2 en deel 3 van de serie ‘Dubieuze partijen’ zal niemand nog  geloven dat topambtenaar Pierre van Rossum de waarheid heeft gesproken in aflevering 7 van de podcast ‘De jacht op het Heinekenlosgeld’ van Follow the Money. In de podcast beweerde de directeur Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam dat na de gedwongen sluiting van mijn speelhallen in 2012, regelmatig ‘dubieuze partijen’ zich bij de gemeente zouden hebben gemeld die mijn bedrijven wilden kopen en dit vervolgens niet deden.

“Ik noem er geen namen bij”
Toen journalisten van Follow the Money aan Van Rossum vroegen om voorbeelden te geven van die ‘dubieuze partijen’, antwoordde Van Rossum: “Ik noem er geen namen bij, maar dat gebeurde met grote regelmaat.” Deze merkwaardige en ongeloofwaardige uitspraak was voor mij reden om het verkoopproces rond mijn speelhallen te openbaren.

De eerste gegadigde die over mijn speelhallen contact heeft gehad met de gemeente was JVH Gaming & Entertainment BV, daarna volgde de Beko Groep. Dat is uitvoerig beschreven in deel 1 en deel 2 van een serie artikelen over de verkoop. Vervolgens kwamen Lucky Jack (via Stadsgoed NV) en diens interim-directeur La Lau als kopers in beeld, waarvan La Lau in 2014 alleen verder is gegaan. In eerste instantie als huurder met eerste recht van koop, omdat de speelhalbestemming van de panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 ná 11 september 2014 dreigde te vervallen. Dat laatste heb ik weten te voorkomen door tegen het betreffende bestemmingsplan in beroep te gaan bij de Raad van State.    

Uitrookambtenaren
De ambtenaren die in 2013 als doelstelling hadden meegekregen om de speelhallen waarvoor La Lau een half jaar later vergunningen zou aanvragen “uit te roken”, namen bij de behandeling van de vergunningaanvragen van La Lau de Kafkaëske stelling in dat de financiering uit 2003 van de heer Paarlberg aan mijn holding, moest worden aangemerkt als een indirecte financiering aan huurder La Lau.

Ondanks dat La Lau de huurtermijnen conform de in maart 2014 gesloten huurovereenkomst rechtstreeks op een door het OM opgegeven bankrekening zou storten (als deelaflossingen van mijn openstaande schuld aan Paarlberg), bleven de uitrookambtenaren volharden in deze stellingname. Voor alle duidelijkheid: uitrookambtenaren zijn ambtenaren die het als hun taak of opdracht zien om mijn speelhallen op de Wallen “uit te roken”.

Uitroken wil zeggen: ervoor zorgen dat de speelhallen nooit meer open gaan, bijvoorbeeld door de gokbestemming van de panden te verbieden door middel van een nieuw bestemmingsplan (dit is tweemaal tevergeefs geprobeerd), door de vergunningprocedure van de nieuwe exploitant net zo lang te blijven frustreren tot hij afhaakt. En als dat niet werkt, door hulp te zoeken bij het OM die wel een verdenking verzint en dan beslag legt op de panden zodat de vergunningaanvragen buitenbehandeling gesteld kunnen worden.

In 2017 zaten de uitrookambtenaren nog middenin de fase van het frustreren van de aanvragen, onder andere door het alsmaar blijven veronderstellen van een (niet bestaande) financiële band tussen La Lau en de heer Paarlberg. Om daar in één klap een einde aan te maken besloot La Lau in 2017 tot een complete overname. Dit resulteerde een jaar later in het sluiten van een tweetal koopcontracten; een voor verkoop van mijn panden en een voor de verkoop van de aandelen van mijn speelhallen, en een kwijtingsverklaring waarin de heer Paarlberg verklaart ná de verkoop aan La Lau niets meer te vorderen te hebben.

In de koopcontracten is overeengekomen dat de gehele koopsom na tussenkomst van de notaris direct naar het OM gaat, als zijnde de aflossing van mijn schuld. Het narratief van de uitrookambtenaren dat in de huursituatie sprake zou zijn van een ‘indirecte financiering van Paarlberg’, ging daarmee in rook op.

De bewering van Pierre van Rossum, in het openbaar in de podcast van Follow the Money, dat allemaal ‘dubieuze partijen’ bij de gemeente zouden hebben geïnformeerd naar mijn speelhallen, hoort ook bij het ‘uitroken’.   

Niet dubieus
JVH Gaming, de Beko Groep en Lucky Jack die aantoonbaar contact hebben gezocht met de gemeente of met Stadsgoed NV over mijn speelhallen, zijn niet ‘dubieus’ want ze beschikten en beschikken nog steeds over vergunningen, met uitzondering van La Lau die in 2014 nieuwe vennootschappen oprichtte en hiervoor nog vergunningen moest aanvragen. Tussendoor probeerde Casino City in de persoon van Mario Singels 1012-ambtenaren zo ver te krijgen om mijn speelhallen uit concurrentieoverwegingen ‘van de markt te halen’. Ook Casino City beschikte en beschikt nog steeds over meerdere vergunningen en kan daarom eveneens niet als ‘dubieuze partij’ worden gezien door Van Rossum.

‘Dubieuze partijen’ verzonnen
Wat directeur Openbare Orde en Veiligheid Pierre van Rossum over mijn bedrijven heeft beweerd in de podcast van Follow the Money, is dus onzin. ‘Dubieuze partijen’ hebben niet om de haverklap bij de gemeente aangeklopt omdat ze mijn speelhallen wilden kopen. De topambtenaar heeft het verhaal verzonnen, uit zijn duim gezogen, wellicht met de bedoeling om mijn speelhallen en mijn contacten met potentiële kopers publiekelijk in een kwaad daglicht te stellen.    

Behalve de uitsluitend niet-dubieuze partijen die over mijn gesloten bedrijven en panden met de gemeente in contact zijn geweest, heeft nóg iemand de gemeente benaderd over mijn speelhallen. Het betreft een geheim gehouden persoon die de gemeente op 30 januari 2018 een mail stuurde met een aantal vragen over mijn gesloten speelhallen.

‘Ik stel voor dat u mij belt’
Op 8 februari 2018 reageert een ambtenaar van stadsdeel Centrum eindelijk op de vragen van de onbekende van 9 dagen geleden.

Geachte heer / mevrouw,

Op 30 januari 2018 heeft u per mail vragen gesteld over de speelautomatenhallen gevestigd te [zwart gelakt].
Ik stel voor dat u mij belt, zodat ik uw vragen goed kan beantwoorden.  

Met vriendelijke groet,
[zwart gelakt]

Stadsdeel Centrum
Gemeente Amsterdam
T 020 256 4480
M 06 [zwart gelakt]
[zwartgelakt]@amsterdam.nl

Wet Openbaarheid van Bestuur
Deze correspondentie is begin 2022 openbaar gemaakt in het kader van een Wob-verzoek waarin is verzocht om openbaarmaking van alle interne en externe communicatie over mijn speelhallen en panden op de Wallen vanaf mijn vrijspraak in 2009. Het is daarom een koud kunstje te raden welke speelhallen onleesbaar zijn gemaakt middels een lange zwarte balk. Er staat geschreven:

Geachte heer / mevrouw,

Op 30 januari 2018 heeft u per mail vragen gesteld over de speelautomatenhallen gevestigd te Amsterdam op Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30
Ik stel voor dat u mij belt, zodat ik uw vragen goed kan beantwoorden.  

Met vriendelijke groet,
[naam ambtenaar]

Stadsdeel Centrum
Gemeente Amsterdam
T 020 256 4480
M 06 [zwart gelakt]
[zwartgelakt]@amsterdam.nl

Vragen geheim
De vragen van de onbekende persoon over mijn speelhallen die op 30 januari 2018 per mail aan de ambtenaar zijn gesteld, zijn geen onderdeel van het Wob-document. Dit relevante en interessante deel van de correspondentie is weggelaten. Waarom zijn die vragen geheim gehouden? En waarom stelt de ambtenaar de vragensteller voor om haar te bellen in plaats van de gestelde vragen gewoon per e-mail te beantwoorden? Transparantie is ver te zoeken bij de gemeente Amsterdam.  

Schaarse vergunningen
Op 14 februari 2018 stuurt de onbekende vanaf zijn privé emailadres (icloud.com) het volgende bericht aan de ambtenaar:

Geachte mevrouw [zwart gelakt],

Vorige week hadden wij telefonisch contact over de hieronder vermelde speelautomatenhallen. Naar aanleiding daarvan heb ik gewezen op de recente jurisprudentie inzake schaarse vergunningen. Dat zijn vergunningen waarvan het aantal aanvragen meer kan bedragen dan het aantal te verlenen vergunningen. Bij speelautomatenhallen is dat door het gesloten maximum stelsel het geval. In het bijzonder gaat het om de uitspraak Afd. bestuursrechtspraak RvS van 2 nov. 2016. De Afdeling heeft uitgesproken dat op grond van het gelijkheidsbeginsel bij de verdeling van schaarse vergunningen reële mededingingsruimte moet worden geboden en in een passende mate van openbaarheid worden voorzien door tijdige en adequate bekendmaking van relevante informatie.

Dat betekent dus dat vrijvallende vergunningen niet zomaar kunnen worden verleend, maar dat het bovenstaande in acht moet worden genomen. Ik hoor graag op welke wijze de gemeente hier invulling aan gaat geven.

Met vriendelijke groet,
[zwart gelakt]
[zwart gelakt]
[zwart gelakt]
[zwart gelakt]
[zwart gelakt]

Raad van State
De schrijver van de e-mail, verzonden vanaf een icould.com account, is juridisch onderlegd. In de mail wordt de gemeente gewezen op een uitspraak van de Raad van State uit 2016 op grond waarvan naar het oordeel van de schrijver, niet ‘zomaar’ nieuwe vergunningen kunnen worden verleend voor het weer exploiteren van de speelhallen op de adressen Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30.

Vlaardingen
De uitspraak van de Afdeling waarnaar wordt verwezen betrof een situatie in Vlaardingen waar twee partijen in aanmerking wilden komen voor één te verlenen vergunning voor een speelhal aan het Veerplein aldaar. De burgemeester van Vlaardingen verleende de exploitatie- en aanwezigheidsvergunning aan Hommerson Casino en de andere exploitant had het nakijken. De gemeentelijke verordening van Vlaardingen stond de exploitatie van slechts één speelautomatenhal toe in de gemeente, zo stelde de burgemeester in zijn besluit. Het bedrijf dat het onderspit delfde liet het er niet bij zitten en ging bij de Afdeling bestuursrechtspraak in beroep, zowel tegen de vergunningverlening aan Hommerson Casino als tegen de afwijzing van de eigen aanvraag.

Gelijke kansen en transparantie
Een ‘schaarse vergunning’, waartoe elke vergunning die niet onbeperkt wordt verleend kan worden gerekend, vereist volgens de Raad van State een transparante procedure waarbij potentiële gegadigden gelijke kansen krijgen om mee te dingen naar die vergunning. Dat wil zeggen dat een gemeente “op een naar buiten toe kenbare wijze” bekend moet maken dat een schaarse vergunning beschikbaar is en binnen welke periode aanvragen voor die vergunning kunnen worden ingediend. Ook moet de verdelingsprocedure vooraf bekend worden gemaakt en moet duidelijk zijn welke eisen aan de aanvragen zullen worden gesteld, aldus de toelichting van de Afdeling bestuursrechtspraak.

Mededinging
Als het gaat om een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal, moet een gemeente op grond van de Wet op de kansspelen (Wok) een verordening vaststellen. Die gemeentelijke verordening mag mededinging enigszins beperken, maar mag die niet volledig uitsluiten. Dit betekent dat de gemeente een gebied mag aanwijzen waarbinnen een exploitant van een schaarse vergunning zich moet vestigen, maar dat er binnen zo’n gebied een reële keuze moet bestaan tussen verschillende locaties.

Gelijkheidsbeginsel
Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak voldeed de kaart van het gebied dat bij de verordening van de gemeente Vlaardingen hoorde, niet aan deze voorwaarde. Het deelgebied waarbinnen een speelautomatenhal zich in Vlaardingen mocht vestigen was zó klein dat er, buiten de locatie aan het Veerplein, nergens een alternatieve locatie te vinden was. Daarmee voldeed de kaart niet aan het gelijkheidsbeginsel. De vergunningsprocedure was ook niet transparant verlopen, zo oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak.

Nieuwe besluiten
Zodoende moest de burgemeester van Vlaardingen nieuwe besluiten nemen over zowel de vergunningen die hij aan Hommerson Casino had verleend als over de afgewezen aanvraag van de concurrent.

Vragen
Terug naar de situatie in Amsterdam waar niet één maar tientallen speelhallen zijn gevestigd. Na het lezen van de openbaar gemaakte correspondentie over mijn speelhallen tussen de onbekende meneer icloud en de gemeenteambtenaar, vroeg ik mij af waarom de schrijver zoveel belangstelling heeft voor mijn speelhallen, zoveel zelfs dat hij zich meent zich te moeten bemoeien met de vergunningverlening? Er zijn meer vragen. Welk belang heeft de schrijver voor ogen als hij aan de gemeente schrijft dat aan een nieuwe exploitant van mijn speelhallen niet ‘zomaar’ nieuwe vergunningen kunnen worden verleend?

Is de mailer een juridisch onderlegde exploitant die naaste concurrentie wil voorkomen, bijvoorbeeld Mario Singels? Of is het een andere Amsterdamse kansspelondernemer die concurrentie vreest van twee speelhallen op de Wallen als die weer open gaan? Wie maakt gebruik van het e-mailadres x.xxxxxxx@icloud.com? Branchegenoten die wel eens met elkaar mailen weten vast wie dat geweest kan zijn.

Mailen vanaf privé-account
Of betreft het een medewerker van het Openbaar Ministerie? Het OM gaat zich toevallig en aantoonbaar vanaf januari 2018 bemoeien met de vergunningverlening aan de heer La Lau. De ambtenaar van het OM zou met een privé-mailadres naar de gemeente gemaild kunnen hebben om zich voor te kunnen doen als belanghebbende speelhalexploitant.

Onder de zwart gelakte naam van de afzender van de mail van 14 februari 2018 zijn de 4 regels eronder eveneens zwart gelakt. Niets van identiteit de afzender c.q. tipgever wordt prijsgegeven. Het kan natuurlijk ook een door een exploitant ingeschakelde advocaat zijn die de vragen over mijn speelhallen aan de gemeente heeft gesteld.

Antwoord stadsdeel Centrum
De volgende dag beantwoordt de ambtenaar van stadsdeel Centrum de vragen op formele wijze, alsof de ambtenaar zich er al van bewust is dat de correspondentie wel eens grote ingrijpende gevolgen kan hebben.  

Geachte heer [zwart gelakt],

In antwoord op de door u gestelde vraag via de algemene mailbox op 9 februari j.l., kan ik u meedelen dat het bestemmingsplan bepaald op welke locaties de bestemming speelautomatenhal mogelijk is. Op deze locaties [de adressen Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 zijn zwart gelakt in de mail] is een speelautomatenhal mogelijk, op nadere locaties niet. De gemeente Amsterdam werkt op basis van het bestemmingsplan met vaste locaties. Alleen op die locaties is een exploitatie als hal mogelijk. Of een aanvraag kan worden ingediend voor zo’n locatie hangt af van de bereidheid van de pandeigenaar om te verhuren, te verpachten of te verkopen.

In casu heeft de pandeigenaar een overeenkomst gesloten met de huidige aanvrager. Voor deze locaties zijn nu aanvragen in behandeling. Als u voor deze locaties in aanmerking wil komen dan zal u dat – in eerste instantie – civielrechtelijk moeten regelen. Het beleid staat uitbreiding en/of verplaatsing van hallen in beginsel niet toe.

Verder verwijst u in uw mailbericht hieronder naar een uitspraak inzake schaarse vergunningen. Uw vraag op welke wijze de gemeente hier invulling aan gaat geven is intern voorgelegd en dient nader uitgezocht te worden. Zodra er meer bekend is zal u hiervan op de hoogte worden gebracht.

Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u vragen hebben dan kunt u mij bereiken op onderstaand telefoonnummer.

Met vriendelijke groet,  

[zwart gelakt]
[zwart gelakt]
Stadsdeel Centrum
Gemeente Amsterdam
T 020 256 4668
M 06 [zwart gelakt]
[zwartgelakt]@amsterdam.nl
Aanwezig: maandag t/m donderdag

Meerdere ambtenaren op de hoogte
Twee minuten nadat de mail aan de vragensteller is verzonden, stuurt de ambtenaar van stadsdeel Centrum haar reactie namens het stadsdeel door naar collega-ambtenaren van wie de e-mailadressen onleesbaar zijn gemaakt.

Ondernemer of OM?
In de reactie namens het stadsdeel vallen een paar dingen op. De ambtenaar van stadsdeel Centrum schrijft aan de vragensteller: ‘Als u voor deze locaties in aanmerking wil komen dan zal u dat – in eerste instantie – civielrechtelijk moeten regelen.’ Blijkbaar is de vragensteller geen medewerker van het OM dat begin 2018 start met het bewerken en manipuleren van de Kansspelautoriteit en het Landelijk Bureau Bibob om de landelijke vergunningen van La Lau in te trekken.

De vragensteller lijkt dus een belanghebbende speelhalexploitant te zijn, of iemand die zich als zodanig heeft voorgedaan. Zolang daar geen zekerheid over is, sluit dit een actie van het OM niet uit. De periode waarin de mail is gestuurd is daarvoor té toevallig. Bovendien: een slimme exploitant die reeds speelhallen in Amsterdam bezit en exploiteert, gaat de gemeente niet wijzen op jurisprudentie waarmee hij het voortbestaan van zijn eigen bedrijven en van alle Amsterdamse speelhallen in gevaar brengt. Want dát is uiteindelijk het gevolg van de via icloud.com verzonden mail van 14 februari 2018 aan stadsdeel Centrum.

Brief van de burgemeester
Op 1 oktober 2018, bijna acht maanden ná de ‘tip’ aan de gemeente om – in verband met mijn speelhallen – de uitspraak van de Raad van State uit 2016 eens goed te bestuderen, is het ‘intern’ allemaal uitgezocht op het stadhuis. Op die datum stuurt burgemeester Halsema alle eigenaren van panden in Amsterdam waarin een speelhal is gevestigd een brief waarin een ingrijpende aanpassing van de vergunningverlening voor speelautomatenhallen wordt aangekondigd.         

Geachte heer, mevrouw,

U bent eigenaar van een pand in Amsterdam waar een speelautomatenhal geëxploiteerd mag worden. De manier waarop vergunningen voor speelautomatenhallen worden verleend, gaat per 1 september 2021 veranderen. De exploitant van de speelautomatenhal krijgt vanaf dat moment niet meer automatisch een vergunning. Dit is naar aanleiding van een uitspraak van de hoogste bestuursrechter.  

Het gevolg van deze uitspraak is dat aan potentieel gegadigden ruimte moet worden geboden om naar beschikbare vergunningen mee te kunnen dingen. Voor u kan dit gevolgen hebben voor de huurovereenkomst die u met de huidige exploitant heeft afgesloten of die u mogelijk met een nieuwe exploitant wilt afsluiten per 1 september 2021.

Op welke manier een exploitant kans kan maken op een vergunning vanaf 1 september 2021 is nu nog niet bekend. Ik zal deze tijd gebruiken om regels op te stellen over de wijze waarop iedereen kan meedingen naar een vergunning.  
Alle betrokkenen, zowel exploitanten als pandeigenaren, krijgen op een later moment een brief met meer informatie hierover.

Ik hoop u voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben.

Met vriendelijke groet,

Femke Halsema
Burgemeester van Amsterdam

Dienst Openbare Orde en Veiligheid
Het nieuwe vergunningenstelsel dat naar aanleiding de mail van de tipgever (die niet wil dat ‘zomaar’ nieuwe vergunningen worden verleend aan een nieuwe exploitant van mijn speelhallen) wordt opgetuigd, zal blijkens de brief van de burgemeester worden vormgegeven door de Directie Openbare Orde en Veiligheid, ofwel door Pierre van Rossum.

De rechterhand van de burgemeester creëert zo voor de burgemeester een nieuw instrument om de vergunningverlening voor het exploiteren van de speelhallen op de adressen Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 te frustreren en tegen te werken.

Het aangekondigde nieuwe vergunningenbeleid heeft echter niet alleen gevolgen voor de verkoop van mijn speelhallen, maar zet de hele Amsterdamse speelhallenbranche op zijn kop. Wat de reactie hierop is van exploitanten van speelhallen in Amsterdam, komt in het volgende artikel aan de orde.

Eén gedachte over “De ‘dubieuze partijen’ van Pierre van Rossum (4)

  1. Beste heer Kaatee,

    Wat een circus in Amsterdam, niet te geloven. Al jaren blijven wrijven in een vlek waar aantoonbaar niets mis is en een ondernemer blijven achtervolgen. Je verwacht op een gegeven moment toch een einde zodat de hallen weer open kunnen gaan zou je denken…..

    Ik wacht in spanning op het volgende deel!

    Met vriendelijke groeten,
    Tim

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.