‘Dubieuze partijen’ (1)

In aflevering 7 ‘De afrekening’ van de podcast ‘De jacht op het Heinekenlosgeld’ van Follow the Money beweert Pierre van Rossum, directeur Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam en voormalig projectleider van Project 1012, dat na de gedwongen sluiting van mijn speelhallen in 2012, ‘dubieuze partijen’ bij de gemeente aanklopten die zeiden: wij willen het wel kopen. Dat gebeurde volgens Van Rossum ‘met hele grote regelmaat’. Namen van die ‘dubieuze partijen’ wilde Van Rossum niet noemen in de podcast. In deze en de hierna volgende blog wordt nagegaan of de topambtenaar en rechterhand van burgemeester Halsema de waarheid sprak of niet.

‘Wij willen die hallen wel kopen’
Nadat ik aflevering 7 van de podcast ‘De jacht op het Heinekenlosgeld’ had beluisterd, probeerde ik me iets voor te stellen bij ‘dubieuze partijen’ die contact zouden hebben opgenomen met de gemeente om mijn bedrijven te kopen. Hoe zouden die gesprekken zijn gegaan?  

Ambtenaar : “Goedemiddag, u spreekt met de gemeente Amsterdam.”
Beller: “Goedemiddag gemeente, wij zijn een dubieuze partij en hebben in de krant gelezen dat onlangs twee speelhallen op de Wallen zijn gesloten. Wij willen die hallen wel kopen. Wat voor vergunningen zijn daarvoor nodig?  

Ambtenaar: “Goede vraag! Om die hallen weer te kunnen openen heeft u van ons voor beide adressen een aanwezigheidsvergunning nodig om daar een speelhal te mogen exploiteren. Daarnaast heeft u ook een exploitatievergunning van de landelijke overheid nodig om in Nederland kansspelautomaten te mogen exploiteren. Als u niet over deze beide vergunningen beschikt, zult u deze moeten aanvragen. Uw aanvragen worden dan gecontroleerd. Bij twijfel vragen we het Landelijk Bureau Bibob om ons daarin te adviseren. Heeft u zo voldoende informatie?  
Beller: “Jazeker, bedankt. Wij gaan ons beraden.”

Om dan vervolgens niks meer van de ‘dubieuze partij’ te horen. Zulke gesprekken zouden volgens Van Rossum met ‘hele grote regelmaat’ hebben plaatsgevonden. Sprak Van Rossum de waarheid in de podcast of wilde hij met die bewering er nog een schepje bovenop doen bij het voortdurend van overheidswege criminaliseren van mijn speelhallen?

Zware emotionele periode
Voordat ik aan de hand van Wob-stukken en andere correspondentie onthul welke partijen allemaal contact hebben gehad met de gemeente over mijn speelhallen, handelt ‘Dubieuze partijen’ deel 1 over de situatie vlak na de sluiting in 2012 toen de eerste kandidaat-koper zich meldde. Het was een zware emotionele periode waar ik niet graag aan terugdenk; mijn speelhallen op de Wallen op last van de gemeente te moeten sluiten, bedrijven waar ik tientallen jaren mijn hele ziel en zaligheid in heb gestoken. Mijn personeel te moeten ontslaan en het onvermijdelijke besluit te moeten nemen om mijn hallen, mijn kindjes, samen met de panden te verkopen. Dat laatste was de enige manier om van mijn miljoenenschuld aan de heer Paarlberg af te komen.   

JVH Gaming
Een maand na de sluiting belde Eric Olders, CEO van de JVH Gaming & Entertainment Group. JVH (Jack van Ham) exploiteert onder de naam ‘Jack’s Casino’ tientallen speelhallen in heel Nederland, onder meer in of naast Van der Valk Hotels. In Amsterdam had JVH ook een aantal speelhallen in haar bezit waarvan een paar vestigingen niet goed rendeerden. Die wilde JVH samenvoegen op een grote aansprekende locatie in de hoofdstad. Hoe meer hallen konden worden samengevoegd, hoe groter de kans dat de gemeente toestemming en medewerking zou verlenen was het idee van het kansspelbedrijf.

Geen interesse in doorstart bestaande situatie
Olders had de landelijke berichtgeving in de media over de uitspraak van het CBb over mijn hallen meegekregen en viel meteen met de deur in huis: JVH was geïnteresseerd in een overname. Indien de gemeente instemt om beide hallen samen te voegen op één locatie of te verhuizen, kon de aankoop betrekkelijk snel worden geregeld zo liet Olders aan mij weten. In een doorstart van de bestaande situatie, met 40 automaten in de speelhal in de Molensteeg en 19 automaten in de kleinste speelhal aan de Oudezijds Achterburgwal, was JVH niet geïnteresseerd. Daar liet de CEO van JVH geen misverstand over bestaan. Alleen als de gemeente akkoord zou gaan met het samenvoegen van de hallen of een verhuizing, was een overname voor JVH interessant, anders niet.

Zodra de gemeente groen licht gaf, kon een deel van mijn personeel tijdelijk worden ondergebracht bij andere vestigingen van Jack’s Casino in de stad, zo hield Olders mij voor in ons eerste telefoongesprek. Hij ging het overnameplan bespreken met de gemeente en beloofde mij op de hoogte te houden van de vorderingen. In de tussentijd zou hij iemand sturen om de panden te bekijken waarin de speelhallen zijn gevestigd. Een specialist in winkelvastgoed genaamd Kjell Peters kwam langs, een aardige kerel met kennis van de Amsterdamse vastgoedwereld. We zijn nog steeds connected via LinkedIn.     

Verzoek om informatie
Dat JVH een serieuze kandidaat-koper was bleek uit het eerstvolgende contact. Op 26 april 2012 ontving ik van de executive assistente van Olders een mail met een vragenlijst ‘Benodigde informatie ten behoeve van initiële fase overname onderzoek’. Er moest een waslijst aan gegevens worden opgestuurd naar het hoofdkantoor van de JVH Gaming & Entertainment Group in Den Bosch. Nadat ik alle gegevens had verzameld, inclusief taxatierapporten van beide panden, ging op 25 mei 2012 een dikke envelop met alle gevraagde informatie de deur uit.    

Na zijn tweede gesprek met ambtenaren waarmee de CEO van JVH een mogelijke overname van mijn hallen had besproken, gaf Olders een update. “De gemeente wil er eerst goed over nadenken,” liet hij weten. De gemeente had naar zijn idee nog een duwtje nodig. Alle partijen zouden voordeel hebben bij een overname door JVH: de grootste speelhalexploitant van Nederland opent een vestiging in het commercieel aantrekkelijke en altijd drukke Wallengebied, ik was weliswaar mijn bedrijven en panden kwijt maar kon met de koopsom mijn miljoenenschuld aflossen en schuldenvrij verder, en Pierre van Rossum zou een groot succes kunnen melden in het kader van Project 1012, dat dan een stap verder was met het opschonen en upgraden van de Wallen.  

Initiatiefplan
Ik beloofde Olders een initiatiefplan op te stellen waarin de voordelen van een overname door JVH stonden beschreven en nam contact op met Masten Stavast. Masten is een deskundige op het gebied van brandveiligheid die, vanwege zijn expertise, contact had met invloedrijke ambtenaren op het stadhuis. Ik ken Masten nog uit de tijd dat hij werkzaam was voor Maurits ‘Zwarte Joop’ de Vries.       

Donderdag 23 augustus 2012 had Stavast in verband met mijn initiatiefplan een verkennend gesprek met de ambtenaren Arjen Hoogeveen (projectmanager Project 1012) en Cees Schot (Coördinatieteam Wallen). Stavast had eerder al uitgezocht dat in de Molensteeg bouw tot 8 meter hoog was toegestaan.

De volgende dag bracht Stavast verslag uit van zijn gesprek met de ambtenaren. “Ze waren niet negatief,” zei Stavast. Dat klonk hoopvol gelet op mijn ervaringen met de gemeente. Het idee dat ik niet betrokken zou zijn bij de nieuwe exploitatie sprak beide ambtenaren aan. Het bericht dat JVH Gaming de koper zou worden van de speelhallen, werd volgens Stavast met instemming aangehoord. De ambtenaren waren hier al mee bekend want de CEO van JVH had een mogelijke overname van mijn speelhallen in april 2012 al ter sprake gebracht op het stadhuis.     

‘Coffee Compagnie’
Voor de gemeente was het samenvoegen van speelhallen niks nieuws. Ze had eerder plannen tot samenvoegen van zulke bedrijven in het centrum gefaciliteerd. In 2009 zijn twee hallen van de familie Hamers in postcodegebied 1012 succesvol samengevoegd. Hun ‘Jackpot Club’ op de hoek van de Oude Doelenstraat en de Oudezijds Achterburgwal mocht verhuizen naar het Damrak. Daar werd de hal samengevoegd met de reeds bestaande speelhal Carrousel Arcade. Op de oude locatie in de Oude Doelenstraat kwam een vestiging van Coffee Company. In het rapport van de Rekenkamer over Project 1012 noemde Lodewijk Asscher het verdwijnen van de Jackpot Club en de komst van de ‘Coffee Compagnie’ een (zichtbaar) succes van het door hem geïnitieerde ‘opschoningsproject’.    

Tekening
Aan het einde van het gesprek met Stavast adviseerde Schot om het plan te voorzien van een tekening van de nieuwe situatie met de beoogde nieuwe gevel van het pand in de Molensteeg. “De huidige gevel met dat puntdakje ziet er niet uit”, had Schot tegen Stavast gezegd. In Het Parool heeft ooit een artikel gestaan over gebouwen in de stad die rijp waren voor de sloop, met een afbeelding erbij van Molensteeg 1 als voorbeeld. Niet vanwege de functie maar vanwege het aangezicht.        

Presentatie initiatiefplan aan gemeente
In oktober 2012 presenteerde Stavast mijn initiatiefplan aan de ambtenaren Hoogeveen en Schot voorzien van tekeningen waarin beide speelhallen, ná de verkoop aan JVH, of aan een andere door de gemeente getoetste en goed bevonden partij, waren samengevoegd in één gebouw in de Molensteeg. De speelhal op Oudezijds Achterburgwal 30, de voormalige Buddy Buddy, zou dan verdwijnen. Ik had daar een koffiesalon van Starbucks voorgesteld, een bekend internationaal bedrijf.   

Het initiatiefplan voorzag er ook in dat de werkplaats van de speelhallen, op Oudezijds Achterburgwal 86, zou worden getransformeerd in een keurig nette publieke toiletvoorziening waar ook dames hun behoefte konden doen op de Wallen, geëxploiteerd door 2theLoo waarmee ik op dat moment al in gesprek was. In een schets van het pand Molensteeg 1 ná de verbouwing, had Stavast de naam ‘Jack’s Casino’ alvast op de denkbeeldige nieuwe gevel geplaatst.  

Openbaar Ministerie
Tot er een definitief oordeel zou komen in de zaken tegen Jan-Dirk Paarlberg, kon de koopsom van de speelhallen en de panden tijdelijk worden geparkeerd op een bankrekening van het Openbaar Ministerie. Dat het OM als bewaarder zou optreden is door mijn strafrechtadvocaat Han Jahae op 20 september 2011 besproken met medewerkers van Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) in Rotterdam. Het OM verbond daar de voorwaarde aan dat ik daar niet over naar buiten zou treden, om een precedentwerking te voorkomen. Ik heb zelf ook een voorwaarde gesteld, namelijk dat het OM zich niet meer in beschuldigende zin over mij zou uitlaten zoals in de strafzaak tegen Jan-Dirk Paarlberg. De afspraak is op 29 september 2011 door Jahae Advocaten per brief aan het OM bevestigd en luidt: ‘Zolang het OM zich niet (meer) in beschuldigende zin over cliënt uitlaat, zal cliënt niet over afspraken met BOOM in de openbaarheid treden.’

Reactie burgemeester
Nadat zij het initiatiefplan hadden ontvangen en hadden doorgenomen reageerden de ambtenaren Hoogeveen en Schot heel positief. Ze plaatsen er één kanttekening bij: om het plan te laten slagen is steun en medewerking nodig van de burgemeester.

Op 10 december 2012 stuurde Hoogeveen een onheilspellend bericht aan Stavast: ‘Burgemeester is tegen het toevoegen van extra automaten in de Molensteeg, ook al worden ze verminderd op de Oudezijds Achterburgwal. Gezien het standpunt van de Burgemeester zie ik derhalve geen kans van slagen voor dit initiatief.’

Om een kennelijk misverstand bij de burgemeester weg te nemen stuurde ik twee dagen later zélf een reactie aan Hoogeveen:

‘Het gaat in de eerste plaats niet om een toename van het aantal automaten, maar feitelijk om het verplaatsen van 19 automaten. Bovendien voorziet het plan in een wezenlijke upgrade van het gebouw, maar die upgrade moet bekostigd worden met een rendabele exploitatie. Ik ga er namelijk niet van uit dat de gemeente een subsidie zal willen verstrekken. Het samenvoegen dient daarnaast ook het algemeen belang. Zo is de controle op zwarte- en witte lijsten (verslavingszorg) veel daadkrachtiger en efficiënter als alle automaten op één locatie staan. Daarbij komt dat ik het standpunt inhoudelijk ook niet goed kan plaatsen. De gemeente heeft aan de directie van JVH Gaming juist laten weten samenvoeging van speelhallen toe te juichen. Zoals bekend is in 2008 de speelhal van de heer Hamers aan het Damrak uitgebreid met automaten van een andere locatie. Zie bijvoorbeeld bijgaande publicatie in Het Parool. Graag verneem ik verder nog of aan het plan planologische of andere ruimtelijke/welstandelijke bezwaren kleven. Mogelijk kunnen met een aanpassing van het plan bezwaren worden weggenomen. Deze flexibiliteit maakte ook deel uit van het plan.’

Op 13 december 2012 antwoordde Hoogeveen dat het planologisch-juridisch gezien gaat om een bestemmingsplanwijziging waarbij wordt afgeweken van bestaand beleid. Als een verbetering voor het woon- en leefklimaat kan worden bewerkstelligd, zou dat in het voordeel van het plan kunnen werken. Echter: ‘de Molensteeg is qua druk op het publiek domein en geregistreerde openbare orde en veiligheidsincidenten de zwaarst belaste straat van 1012,’ aldus Hoogeveen.

Ik waardeerde het meedenken van de ambtenaar en wees Hoogeveen erop dat het stadsdeel eerder heeft meegewerkt aan het samenvoegen en verhuizen van andere speelautomatenhallen in de Amsterdamse binnenstad. Zo mocht de Duitse speelhallenexploitant Merkur in 2004 het aantal automaten uitbreiden van 88 naar 200, om deze daarna in 2011 – omdat de locatie eigenlijk te klein was om 200 automaten te kunnen exploiteren – te verhuizen naar het veel grotere Cineac-gebouw in de Reguliersbreestraat.

Gesprek d.d. 10 januari 2013
Op 10 januari 2013 vond op het stadhuis een gesprek plaats met de ambtenaren Hoogeveen en Schot. Ik had Stavast meegenomen naar de afspraak, als getuige.

Tijdens het gesprek met de ambtenaren stelde Schot: “waar het feitelijk om gaat is dat de gemeente u, in het verlengde van de bibob-procedure, op geen enkele wijze wenst te faciliteren. Door medewerking te verlenen aan uw plan tot samenvoegen, zou de waarde van uw bedrijven kunnen toenemen. Daarnaast wordt bij het samenvoegen de druk op de Molensteeg te groot.”

Volgens Schot zouden in de Molensteeg relatief gezien het hoogste aantal geweldsincidenten van de stad plaatsvinden. Als er nog meer automaten bijkomen, is er meer in- en uitloopverkeer bij de speelautomatenhal, zo redeneerde hij. Dit zou het woon- en leefklimaat aantasten. Ik keek Schot verbaasd aan en merkte op dat er vrijwel niemand in de Molensteeg woont. Ook bij de beweerde geweldsincidenten zette ik vraagtekens. De afgelopen jaren, toen mijn speelhallen nog open waren, had ik geen enkel geweldsincident in de steeg gezien of ervaren. Blijkbaar vinden die incidenten ’s nachts plaats, nadat de speelhallen zijn gesloten. Goede reden om de hallen langer open te houden.  

Hoogeveen lichtte toe dat de samenvoeg- en verhuisplannen van bestaande speelhallen van JVH en van de familie Singels wel haalbaar waren omdat zij hun hallen wilden verhuizen naar locaties buiten het centrum, waar de druk op het woon- en leefklimaat veel minder groot is. Daar staat de gemeente wél positief tegenover, stelde Hoogeveen. Samenvoegen van speelhallen in de Molensteeg is daarentegen wél bezwaarlijk, aldus de ambtenaar.

Tegen een vestiging van 2theloo op Oudezijds Achterburgwal 86 had de gemeente geen bezwaar. Sterker nog, dat vond de gemeente een goed idee, zei Hoogeveen. Ook qua bestemmingplan waren openbare toiletten op die locatie naar zijn idee toegestaan. Hij zou dat nog navragen bij een collega.

Aan het einde van het gesprek vroeg Schot of ik binnen een week een schriftelijk stuk kon overleggen waaruit de serieuze belangstelling bleek van JVH Gaming. Donderdag 17 januari 2013 vond een nieuw overleg plaats met de burgemeester, dan kon die documentatie worden meegenomen in de overwegingen. Ik was weliswaar al sinds april 2012 met JVH in gesprek over een eventuele overname maar nog niet contractueel aan JVH gebonden. De intentie tot overname was er bij JVH alleen als de gemeente zou meewerken aan het samenvoegen van beide hallen op één locatie. Dat had de CEO van JVH duidelijk aangegeven, zo liet ik aan Schot weten.

De ambtenaar wilde geen verwachtingen wekken, maar gaf aan dat correspondentie tussen partijen kan bijdragen aan het inzicht dat er serieuze onderhandelingen plaatsvonden met JVH. De gemeente wilde niet het risico lopen dat zij toezeggingen zouden doen met betrekking tot het samenvoegen en ik mijn speelhallen vervolgens niet aan JVH maar aan een andere partij verkoop.  

Gespreksverslag
Op 15 januari 2013 stuurde ik Schot en Hoogeveen een gespreksverslag van onze bespreking enkele dagen eerder op het stadhuis met het volgende begeleidende schrijven:

‘Gisteren was de directeur van JVH Gaming de heer Olders op het stadhuis om met uw collega’s te spreken, onder meer over het samenvoegen. Ik heb Olders zowel telefonisch als per e-mail verzocht een brief of document waar de heer Schot aan refereerde te produceren of anders rechtstreeks contact op te nemen met u en/of de heer Schot om de serieuze belangstelling van JVH Gaming voor de speelhallen en de voorkeur tot samenvoegen te bevestigen. Hiertoe heb ik Olders uw e-mailadressen verstrekt. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verneem graag donderdag a.s. van u, of zo spoedig mogelijk erna, of het overleg die dag op het stadhuis tot nieuwe inzichten heeft geleid of dat de burgemeester bij zijn standpunt blijft.’

‘De verantwoordelijke bestuurders werken niet meer mee aan samenvoegen’
Op 28 januari 2013 ontving ik van Hoogeveen het bericht dat de burgemeester geen aanleiding zag om zijn eerder ingenomen standpunt te herzien. Verder liet Hoogeveen weten zich niet te kunnen vinden in het gespreksverslag dat ik hem had gezonden van onze bespreking op 10 januari 2013. De ambtenaar stuurde me een paar gewenste aanpassingen, waaronder de volgende aanpassing:

‘p. 2, 3e alinea; ‘daar staat de gemeente wél positief tegenover’ zou moeten zijn: ‘daar stonden de ambtenaren in beginsel positief tegenover. De verantwoordelijke bestuurders hebben echter vervolgens laten weten ook hier niet aan mee te werken’.

Hoewel dit niet was gesteld door de ambtenaren tijdens ons gesprek, heb ik de tekst in het verslag gewijzigd zoals Hoogeveen had voorgesteld. Na de door Hoogeveen gewenste aanpassing luidde de betreffende alinea in het verslag als volgt:  

‘De gemeente voert ook met andere ondernemers gesprekken over het samenvoegen van speelautomatenhallen. Hoogeveen noemt JVH en Singels als andere spelers die zoiets van plan zijn. Die plannen gaan echter over het samenvoegen op een locatie buiten het centrum, waar de druk op het woon- en leefklimaat veel minder groot is. Daar stonden de ambtenaren in beginsel positief tegenover. De verantwoordelijke bestuurders hebben echter vervolgens laten weten ook hier niet aan mee te werken.’

Het samenvoegen of verhuizen van speelhallen was dus in heel Amsterdam niet meer mogelijk. De verkoop van mijn hallen aan JVH kon ik dus vergeten. Ik nam contact op met zowel Eric Olders als Mario Singels en vroeg hen of zij bekend waren met dit nieuwe standpunt van de gemeente. Dat waren zij niet. Ze waren beiden hoogst verbaasd.

Na op 30 januari 2013 een mail te hebben gestuurd aan Olders (zie onder) en een daarop volgende mail van stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje van 8 februari 2013 aan (vermoedelijk) Olders (zie hierna) dat JVH het voorlopig met de ‘bestaande hallen moet zien te rooien’, haakte JVH inderdaad af als koper.   

Verzoek om het betreffende besluit te sturen
Op 31 januari 2013 vroeg ik Hoogeveen om mij het besluit te sturen waarin stond dat de gemeente niet meer meewerkt aan het samenvoegen van speelhallen, of plannen daartoe, in of buiten het centrum. Hoogeveen liet echter niet meer van zich horen. Op 1 maart 2013 stuurde ik Hoogeveen een reminder met de volgende begeleidende tekst:

‘Ik heb dit standpunt voorgehouden aan Eric Olders (JVH Gaming) en Mario Singels (Mario Patrick BV), die beiden met de gemeente in gesprek zijn over het samenvoegen van enkele van hun speelhallen in of buiten het centrum, en zowel Olders als Singels zijn hier niet mee bekend. Dat is opmerkelijk.’

Opnieuw kwam er geen reactie van de ambtenaar in kwestie.  

Eberhard van der Laan
In de Bibob-procedure die in maart 2012 is geëindigd in een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), hadden burgemeester Van der Laan en zijn ambtenaren mij in 2010 en in 2011 tientallen keren beschuldigd van strafbare feiten nadat ik in 2009 hiervan was vrijgesproken. Dat was ik niet vergeten. Het CBb heeft Van der Laan hiervoor op de vingers getikt in die uitspraak. Het CBb stelde in de uitspraak:

‘Voor weigering van de onderhavige vergunningen aan Kaatee op de grond dat hij in relatie staat tot strafbare feiten als bedoeld in de b-grond, omdat hij medeplichtig is aan het afpersen van Endstra en het witwassen van afpersingsgelden, dient de burgemeester aannemelijk te maken dat Kaatee deze strafbare feiten heeft begaan. In het voetspoor van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (uitspraak van 20 juli 2011, LJN: BR2279) overweegt het College dat dit betekent dat het zozeer waarschijnlijk is dat deze feiten hebben plaatsgevonden, dat deze daarom als vaststaand moeten worden aangenomen.

Gelet op de onherroepelijke vrijspraak van Kaatee en het tweede advies van het Bureau bibob heeft de burgemeester naar het oordeel van het College niet aannemelijk gemaakt dat Kaatee medeplichtig is aan het afpersen van Endstra en het witwassen van afpersingsgelden. Duidelijk is dat de burgemeester deze aanname grotendeels, zo niet uitsluitend, heeft gebaseerd op feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan het strafdossier dat in hoger beroep is beoordeeld door een meervoudige strafkamer van het Gerechtshof te Amsterdam. Nu dit hof op basis van een beoordeling van dit dossier in zijn onherroepelijk geworden arrest niet wettig en overtuigend bewezen heeft geacht dat Kaatee vorengenoemde strafbare feiten heeft gepleegd en hem daarvan heeft vrijgesproken, bieden vorengenoemde, door de burgemeester aangedragen feiten en omstandigheden onvoldoende grondslag voor de conclusie dat zozeer waarschijnlijk is dat deze feiten hebben plaatsgevonden, dat deze daarom als vaststaand moeten worden aangenomen.’ 

Dat burgemeester Van der Laan, als voormalig advocaat, terecht is gewezen voor het onterecht uiten van beschuldigen en voor het niet respecteren van een vrijspraak, zal hij vast niet leuk hebben gevonden. Behalve in de Bibob-zaak heb ik meer aanvaringen gehad met Van der Laan, onder meer over een drietal preventieve fouilleeracties kort achter elkaar in mijn speelhal in de Molensteeg. Die acties hebben mij veel omzet gekost, wat misschien ook wel de bedoeling was van die acties midden in de Bibob-procedure. Ik had daarover een klacht ingediend bij de burgemeester. Bij de behandeling van die klacht, die ongegrond werd verklaard, verkondigde de burgemeester pertinente ontwaarheden. Van der Laan had gewoon een hekel aan mij en aan mijn bedrijven, zo leek het. Ik had een donkerbruin vermoeden dat de burgemeester met het door Hoogeveen bekend gemaakte besluit, dat ook andere Amsterdamse speelhalexploitanten met samenvoegplannen raakte, de verkoop van mijn hallen aan JVH bewust wilde frustreren zodat JVH zou afhaken als koper, hetgeen ook gebeurde.  

Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob)
Om de besluitvorming te onderzoeken diende ik op 18 maart 2013 een Wob-verzoek in. Ik vroeg de gemeente op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) om toezending van alle documenten die inzicht gaven in het gemeentebeleid ten aanzien van het verhuizen en/of samenvoegen van speelhallen in en buiten het centrum. Aanleiding om deze informatie op te vragen was de mededeling van Project 1012-ambtenaar Arjen Hoogeveen dat de gemeente had besloten niet meer mee te werken aan verhuis- en/of samenvoegplannen van speelhallen binnen én buiten het centrum. Dat was de reden dat de eerste ‘dubieuze partij’ die bij de gemeente informeerde naar mijn speelhallen, JVH Gaming, uiteindelijk geen vergunningaanvraag heeft ingediend maar is afgehaakt als koper. Dus niet ‘omdat de andere partij denkt: mwoah, ik heb niet zo’n grote kans dat ik een vergunning krijg’, zoals Van Rossum in de podcast beweert.  

Wob-besluit
Op 13 juni 2013 weigerde burgemeester Van der Laan de volgende documenten openbaar te maken:

1. Documenten ten behoeve van de integrale staf van de burgemeester:
a) van 9 juli 2012;
b) van 24 mei 2012;
c) van 3 april 2013.

2. De notulen voor het Bestuurlijk Overleg 1012 d.d. 7 december 2012 (met daarin een korte passage over het speelautomatenbeleid)

3. Mailcorrespondentie tussen verschillende exploitanten, ambtenaren en bestuurders van stadsdeel Centrum. In deze e-mails zijn afzetgegevens van de verschillende speelautomatenhallen exploitanten opgenomen die vertrouwelijk door de verschillende exploitanten aan het stadsdeel Centrum zijn verstrekt. Deze informatie mag niet openbaar worden gemaakt omdat ze bedrijfs- en fabricagegegevens bevatten en openbaarmaking leidt tot onevenredige benadeling van deze partijen en onevenredige bevoordeling van concurrenten. Ook de daarin opgenomen persoonsgegevens besluit ik niet openbaar te maken vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Aldus E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam.

E-mail openbaar gemaakt
In het Wob-besluit van 13 juni 2013 besloot de burgemeester een e-mail van 19 april 2013 van de toenmalige voorzitter van stadsdeel Centrum Boudewijn Oranje (D66) aan Arjen Hoogeveen, wél openbaar te maken. Althans, gedeeltelijk. Het betrof een doorgezonden e-mail van 8 februari 2013 van Oranje aan (vermoedelijk) de CEO van de JVH Gaming & Entertainment Group Eric Olders, waarna laatstgenoemde besloot af te zien van de overname van mijn speelautomatenhallen.  

Uit de openbaar gemaakte mail van Oranje blijkt niets van een besluit van de burgemeester om niet meer mee te werken aan het verhuizen en/of samenvoegen van speelhallen in de stad zoals de ambtenaren mij hadden bericht. Oranje schrijft dat de burgemeester zich eerst wil verdiepen ‘in alle aspecten rond automatenhallen’. Dat is niet wat Hoogeveen en Schot hadden beweerd tijdens ons gesprek op 10 januari 2013. Hoe luidde dan het besluit dat was genomen tijdens een bestuurlijk overleg kort daarvoor? Of had Hoogeveen mij maar wat op de mouw gespeld en is van een officieel besluit helemaal geen sprake?

Wat tijdens een bestuurlijk overleg wordt besproken is vertrouwelijk en wordt nooit openbaar gemaakt, had Hoogeveen aan mij uitgelegd. Dit werd nog eens bevestigd in het Wob-besluit van de burgemeester d.d. 13 juni 2013. De in het besluit genoemde documenten en de notulen van het bestuurlijk overleg op 7 december 2012 moesten geheim blijven.

‘Openbaarmaking van voornoemde documenten zou de vrijheid van de betrokken personen om hun gedachten en opvattingen te uiten in het geding brengen,’ zo motiveerde de burgemeester zijn besluit.

Daar nam ik geen genoegen mee. Het beweerde besluit om niet mee te werken aan samenvoeg- of verhuisplannen van speelhalexploitanten had voor mij grote gevolgen: de gemeente heeft met dat besluit de verkoop van mijn speelhallen aan JVH geblokkeerd en daarmee het aflossen van mijn schulden gefrustreerd. Daar wilde ik het mijne van weten.   

Rechtbank Amsterdam
In de daaropvolgende bezwaarprocedure bleef de gemeente weigeren het besluit te openbaren, ook nadat de bezwaarschriftencommissie van de gemeente zich erover hadden gebogen. Er moest een rechter aan te pas komen om inzicht te krijgen in de besluitvorming.

In het vonnis van 11 juli 2014 verklaarde rechter mr. T.P.J. de Graaf mijn beroep gegrond. Het is (tot nog toe) de enige uitspraak van de rechtbank Amsterdam waarin ik ooit gelijk heb gekregen. Rechter De Graaf gaf het college van burgemeester & wethouders opdracht een specifieke zin uit de Notulen Bestuurlijk Overleg 1012 van 7 december 2012 openbaar te maken. De rechter kwalificeerde die zin als een besluit. De zin luidde: ‘Het Bestuurlijk Overleg besluit niet mee te werken aan het vergroten van het aantal vierkante meters van de gokhal in de Molensteeg.’

Er was dus helemaal geen sprake van een beleidswijziging ten aanzien van het verhuizen en/of samenvoegen van speelhallen in heel Amsterdam zoals de gemeenteambtenaren Hoogeveen en Schot mij hadden wijsgemaakt. Het besluit had uitsluitend betrekking op mijn speelhal in de Molensteeg.

Alle in dit artikel genoemde correspondentie en documentatie is in het bezit van de gemeente en het openbaar ministerie.   


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.