Endstra’s financiële man (2)

Joop van der Haar is een droomgetuige voor justitie. Hij zat sinds maart 2003 bovenop alle financiële transacties van het Endstra-concern, en in tegenstelling tot de meeste andere getuigen verklaarde hij vanaf het begin enthousiast en zonder voorbehoud. Soms iets te enthousiast zoals in Endstra’s financiële man deel 1 naar voren kwam. In deel 2 ga ik wat dieper in op deze getuige en wat hij heeft verklaard.

Sollicitatie
In 2002 kreeg Endstra een berg negatieve publiciteit over zich heen. Hij werd in De Telegraaf aangeduid als ‘bankier van de onderwereld’ en volgens een uitzending van Nova zou hij samen met Klaas Hummel het Bouwfonds voor honderden miljoenen hebben opgelicht. In het Financieel Economisch Magazine (FEM) werd Endstra door een van de geïnterviewden personen aangeduid als ‘een van de allergrootste witwassers van Nederland’.

In december 2002 illustreerden Het Parool en Quote de hechte relatie die Endstra had met Heineken-ontvoerder Willem Holleeder door de inmiddels beroemde foto te publiceren van beiden, zittend op een bankje op de Apollolaan.

Dat een gediplomeerd accountant begin 2003 gaat solliciteren bij Endstra is in het licht van al die publiciteit opmerkelijk. Op 16 maart 2007 legde Van der Haar bij de rechter-commissaris uit hoe hij dat zelf zag:

Ik heb toen het een en ander over Endstra opgezocht en gelezen. Naar aanleiding daarvan nam ik contact op met mijn beroepsgroeporganisatie NoVAA en van deze kant hoorde ik dat Endstra nooit veroordeeld was (…). Ze zeiden dat ik niet moest meewerken aan witwassen e.d. Ik was daarom alert tijdens mijn dienstverband, ik stond op scherp.”

Terugspitten
Nadat hij bij Endstra in dienst was getreden stuitte Van der Haar op wat hij noemt ‘wat vreemdsoortige betalingen’. Hij is toen naar eigen zeggen in het verleden gaan spitten.
Op 18 mei 2004, een dag na de liquidatie van zijn werkgever, verklaarde hij daar het volgende over:

“Ik ben in maart 2003 bij Endstra gaan werken. Ik moest zeg maar structuur gaan brengen in de financiële organisatie van de ondernemingen. Tijdens mijn werk kwam ik langzaam toch tegen dat we wat vreemdsoortige betalingen deden waarvan ik niet de relatie één, twee drie kon thuisbrengen wat hiermee aan de hand was. Op grond daarvan ben ik een eigen onderzoekje begonnen, via wat vragen stellen aan zakenpartners van Endstra (…). Ik ben een beetje gaan spitten in het verleden. Dingen die ik gek vond. Ja goed, dat neemt mijn nieuwsgierigheid met zich mee als accountant (…). Ik begon gekke dingen uit jaarrekeningen te halen, dus op een gegeven moment dan ga je toch terug spitten en terug spitten.”

Rare kwibus
Op de deskundigheid van Van der Haar is wel het een en ander aan te merken. Dat bleek onder meer uit verklaringen die hij aflegde over de vennootschappen Leijenbergh Vastgoed BV en Nieuwgraaf 114 Holding BV. Financiële rechercheurs stelden in de onderzoeken Kolbak en Enclave op basis van de inbeslaggenomen stukken vast dat Leijenbergh, een vennootschap van Maike Dijkhuis, tussen 1999 en 2003 een aanzienlijk vermogen wist te verwerven.

Van der Haar verklaarde bij de rechter-commissaris echter dat ‘die tent’ nog geen € 40.000,- waard was. Kortom: Endstra had € 1.2 miljoen betaald voor ‘gebakken lucht’, zo stelde Van der Haar in zijn verklaring. De registeraccountant had over het hoofd gezien dat de deelnemingen van Leijenbergh, waaronder Nieuwgraaf 114 Holding BV, voor de ‘historische kostprijs’ waren gewaardeerd in de jaarcijfers van Leijenbergh. Deze waarderingsgrondslag stond keurig vermeld in de bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde jaarcijfers 2001.

Dat Van der Haar moeite heeft met het lezen en het interpreteren van jaarrekeningen is voor een gediplomeerd accountant best vreemd. Toen ik de blunder van Van der Haar tijdens de inhoudelijke behandeling van deze kwestie ter sprake bracht, vroeg Officier van Justitie Koos Plooij geïrriteerd aan mij: “Had u het dan beter gedaan?”

Ik ben geen accountant”, kaatste ik terug en noemde Van der Haar ‘een rare kwibus’.

‘Ronde bedragen vallen mij op’
Als Nieuwgraaf tegen de actuele waarde zou zijn gewaardeerd in de jaarcijfers van Leijenbergh, was het eigen vermogen van Leijenbergh op 31 december 2001: € 1.250.501,-. Daarna hebben er geen noemenswaardige wijzigingen plaatsgevonden in het vermogen van zowel Nieuwgraaf als Leijenbergh, zo constateerde Leijenbergh’s accountant Mazars in oktober 2002 in een tussentijdse financiële rapportage.

Op 24 december 2002 nam Endstra de hele Leijenbergh-structuur van Dijkhuis over voor € 1.200.000,-, wat gelet op de cijfers een normale prijs was. Van der Haar vond van niet. Op 7 maart 2007 bij de rechter-commissaris verklaarde Van der Haar over de Leijenbergh-transactie die plaatsvond voordat hij in dienst kwam: “Ronde bedragen vallen mij op. Vaak lijkt dat op een afspraak. Dat is een conclusie van mij.”

In de boeken kijken
Dezelfde Van der Haar is de vermoedelijke bron geweest van verhalen die vanaf mijn arrestatie in de media zijn verschenen dat ik in opdracht van Holleeder ‘regelmatig’ bij Endstra in de boeken zou hebben gekeken of er nog iets te halen viel. Flagrante onzin die vele malen is herhaald en uitvergroot.

Officier van Justitie Fred Teeven stelde op 6 juli 2006 in raadkamer in een (geslaagde) poging om de voorlopige hechtenis te laten voortduren:

“De ernstige bezwaren zijn zich aan het verdichten en na financieel onderzoek zal een en ander nog duidelijker worden . Helemaal als de getuigen worden gehoord. Paarlberg is ook goed bekeken, maar Kaatee is een spil in deze organisatie. De bedreigde getuige D gaat verklaren over Kaatee, dat kan ik de raadsman toezeggen. Deze criminele organisatie heeft een aantal oogmerken waaronder ook afpersingen en het openbaar ministerie zegt dat deze verdachte (Kaatee) werd vooruitgeschoven om controles te doen op plekken waar Holleeder zich niet kon vertonen.”

Vordering
Na de herfinanciering had ik nog een openstaande vordering op Endstra. Die zou hij voldoen zodra het World Fashion Centre was verkocht. Dat had Endstra aan mij beloofd.
Ik vroeg herhaaldelijk aan Endstra wanneer de verkoop van het WFC zou plaatsvinden. Omdat hij de leverdatum niet precies wist, stelde Endstra mij op 15 mei 2003 in de gelegenheid dit de volgende dag zelf na te kijken in de transportakte die op zijn kantoor lag als ik langskwam in verband met het lopende boekenonderzoek bij de Gebouw “Royal” Finance structuur waarvan ik 6 jaar lang directeur ben geweest..

Ik zat nog geen minuut aan het grote bureau, toen Van der Haar de kantoorruimte binnen kwam lopen. De man was net twee maanden in dienst bij Endstra en ik was aan hem voorgesteld. Als een schoolmeester vroeg Van der Haar waarom ik in die akte keek. Ik vertelde dat ik toestemming had van Wim en dat Van der Haar hem mocht bellen om dit te verifiëren. Dat liet Van der Haar zich niet twee keer zeggen. Hij belde direct met Endstra.

Blijkens een dagboekaantekening van Endstra heeft Van der Haar hem wijsgemaakt dat ik de gehele akte van het WFC aan het bestuderen was, terwijl ik slechts de transportdatum opzocht. Dat ik dit (mede) zou hebben gedaan voor of namens Willem Holleeder, zoals is gesuggereerd, is helemaal absurd. Alsof Holleeder dat niet zelf had gekund als hij daar belangstelling voor zou hebben gehad.

De transport- of leverdatum stond overigens niet in de akte vermeld. Om hier achter te komen moest eerst gebeld worden met het kantoor van Museum Vastgoed die de hele WFC-transactie namens Endstra regelde en begeleidde. Vandaar dat Endstra eerder niet kon zeggen wanneer het transport plaatsvond en mij telkens aan het lijntje hield.

Verklaring van der Haar
Over het inzien van de WFC-akte op het kantoor aan de Apollolaan verklaarde Van der Haar op 16 maart 2007 bij de rechter-commissaris, nadat hem de betreffende dagboekaantekening was voorgehouden:

Ik kan mij herinneren dat Marcel Kaatee beneden in de kamer van Wim Endstra zat, met het dossier WFC voor zich. Puck was daarbij. Museum Vastgoed begeleidde de verkoop van het WFC. Wim Endstra riep mij en vroeg of ik Fred Broere wilde bellen. Ik moest Fred Broere vragen hoe ver het stond met die transactie en wanneer wij geld konden verwachten. Ik heb toen naar Fred gebeld vanuit mijn eigen kamer. Ik weet niet meer wat Fred vertelde, maar nog wel dat de laatste puntjes op de i moesten worden gezet. Ik ben toen teruggelopen naar de kamer van Endstra en heb ik daar tegen hem gezegd, in het bijzijn van Marcel Kaatee, wat Fred aan mij had verteld. Voor mijn gevoel vond dit eind 2003 plaats, misschien in het eerste kwartaal 2004. De periode kan ik mij niet goed herinneren.”

In werkelijkheid vond deze gebeurtenis plaats op 16 mei 2003 en was Endstra niet op kantoor. Van der Haar had hem daarom gebeld. Later die dag liet ik mijn accountant aan Endstra een laatste berekening faxen van mijn vordering. Ook dat is gedocumenteerd in Kolbak.

Toevallig
Wat betreft getuige Van der Haar zijn er veel toevalligheden. De accountant komt in maart 2003 bij Endstra in dienst, zodra de achterbankgesprekken beginnen, en verdwijnt weer bij het concern in 2006, als alle verdachten zijn gearresteerd en vastzitten en de eerste pro-forma zittingen in het Kolbak-proces hebben plaatsgevonden.

Toen ik dit opmerkte tijdens de inhoudelijke behandeling in eerste aanleg, reageerde Officier van Justitie Koos Plooij als door een wesp gestoken: “Beweert u soms dat Van der Haar een informant is?!” Ik antwoordde: “Ik vind het toevallig, dat is alles.”

2 gedachten over “Endstra’s financiële man (2)

  1. Het WFC is helemaal niet echt verkocht. In formele zin wel maar de Zwitserse koper staat onder directe controle van Klaas Hummel. Er is zelfs een tijdje sprake geweest dat Hummels vrouw de directie voerde. Men heeft samen met een Oostenrijker een financiering gekregen(in Zwitserland) voor de aankoop.(wat ze eigenlijk zelf waren). Het plan van Endstra en Hummel was in principe gelukt waarbij het OG voor een winst van 40 miljoen aan hun Zwitserse entiteit(waarschijnlijk 3 keer 33% in de aandelen verhouding) werd verkocht waardoor er in Nederland een mooie boekwinst is gemaakt. De panden zijn dus nu eigendom van een Zwitsers bedrijf maar onder de controle van Klaas Hummel. Immers Endstra leeft niet meer en de erven procederen met Museum vastgoed maar beiden zijn gebonden ivm de informatie die als dit uitkomt slecht is voor beide partijen. De voormalig financiele man van het WFC die de deal heeft mee begeleid, werkt nog steeds bij Hummel op het Museumplein want die weet dit allemaal. Marcel: je bent gebruikt door Endstra/Hummel. Iedereen ,zowel justitie,fiscus als de benadeelden zoals jij,snappen niet hoe dit is gegaan. Dat Holleeder betrokkenheid bij het WFC had is een naief verzinseltje van Justitie om de dommen iets te laten geloven en alles een zeker grote dimensie te laten geven. Het slaat werkelijk nergens op en als justitie nou eens in zwitserland gaat onderzoeken,komt men bij de waarheid. Maar ach de waarheid! Wie interesseert zich daar nou voor. Het zelfde geldt voor de betaling die Mieremet aan vd heuvel heeft gedaan voor het gewraakte artikel. Dat weet ook iedereen maar niemand praat daar over.

  2. Men kan begrijpen waar de schoen wringt Marcel. Als je de verduisteringen van officieren zoals Plooy,Zwinkels,de Wit en van Dis nader analyseert,begrijp je dat men nooit ofte nimmer kan winnen tegen deze lui,mits je het nog beter kan spelen. Voor het OM is schuldig of onschuldig niet van belang. Het gaat om winnen en carierre voor deze mensen. Ga bijvoorbeeld eens na wat Leo de Wit in zijn vrije tijd doet. Dan schrik je pas echt!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.