Speurtocht naar lijken in Amsterdam Oud-Zuid

Een officier van justitie, een rechter-commissaris en zijn assistente, zes rechercheurs en een lid van een SEON-team die de kelder van jouw woning onderzoeken omdat daar, achter een muur, mogelijk de dode lichamen zijn verborgen van twee geliquideerde mannen. Een speurtocht naar lijken in Amsterdam Oud-Zuid. Wie maakt zoiets bizars mee? Nou wij, op maandag 22 mei 2006; ik op afstand vanuit het Huis van Bewaring in Zwolle, en Priscilla van héél dichtbij, als ooggetuige.

Anonieme getuige
Aanleiding voor de derde doorzoeking van onze woning in 10 maanden tijd, was een tip die bij misdaadjournalist John van den Heuvel was binnengekomen. Een ‘anonieme getuige’ had beweerd dat Willem Holleeder in een parkeergarage van Willem Endstra aan de Minervalaan, twee lijken had laten inmetselen. Dat spannende verhaal had de getuige van iemand gehoord. Na het verhaal van de tipgever te hebben aangehoord, waarschuwde Van den Heuvel gelijk de politie. Die liet niets aan het toeval over en kwam onmiddellijk in actie.  

Bureau Misdaad
Maandagavond 22 mei 2006 deed Van den Heuvel live verslag van het speuren naar lijken in Amsterdam Oud-Zuid in zijn televisieprogramma Bureau Misdaad op RTL-5. Stadszender AT5 had ook een cameraploeg naar de Minervalaan gestuurd. Op dat moment zat ik als witwas- en afpersverdachte in de strafzaak Kolbak alweer 113 dagen in voorarrest in de Penitentiaire Inrichting in Zwolle. Mijn voorlopige hechtenis was net met 90 dagen verlengd.

Gerrit Piso
Overdag was in de parkeergarage aan de Minervalaan overal gezocht naar lijken maar was er niet één aangetroffen. De zoektocht verplaatste zich toen naar de kelder van onze woning, ook al had de tipgever een parkeergarage genoemd als plaats delict. Die twee dode ontbindende lichamen moesten toch ergens in het gebouw zijn.

Net als bij eerdere doorzoekingen in ons appartement op 17 juli 2005 (in het Enclave-onderzoek) en op 30 januari 2006 (in het Kolbak-onderzoek), was een huiszoekingsbevel nodig om onze woning opnieuw ondersteboven te kunnen halen. ‘Zonder huiszoekingsbevel geen toegang’, had Priscilla op advies van mijn toenmalig advocaat Jan-Hein Kuijpers duidelijk gemaakt aan hulpofficier van justitie Gerrit Piso, die de zoektocht overdag had geleid. Piso had bijna alle ruimtes en muren van het gebouw doorzocht, alleen onze kelder nog niet.     

Gangsterliefje tegen wil en dank
In haar in 2010 verschenen boek ‘Gangsterliefje tegen wil en dank’, heeft Priscilla nauwgezet verslag gedaan van de bizarre zoektocht naar twee lijken:    

‘Opnieuw vroeg Piso of hij de kelder in mocht. Ik zei dat hij mij eerst een huiszoekingsbevel moest tonen waaraan ik kon zien dat hij goedkeuring had gekregen van een officiële instantie om naar binnen te mogen. Dat had hij niet…’

Fred Teeven
’s Avonds, toen het op de Minervalaan inmiddels wemelde van de cameraploegen en Priscilla voor de buis zat in afwachting van het RTL-programma Bureau Misdaad van John van den Heuvel, werd zij gebeld door de politie. Ze werd dringend verzocht onmiddellijk naar de parkeergarage te komen. Officier van justitie Fred Teeven stond daar op haar te wachten. Priscilla schrijft in haar boek:

‘Iedereen van het onderzoeksteam was al binnen. Teeven probeerde het ijs te breken: ‘U kent mijn gezicht zeker wel van de televisie, hè? Ik ben in het echt veel aardiger om te zien, toch?’ Niet erg beleefd antwoordde ik: ‘Yeah, right!’. Maar, wat wil je. Op dat moment vond ik het allemaal grote eikels. Teeven liet weten dat rechter-commissaris Hofstee zo zou komen met het officiële huiszoekingsbevel waarmee het onderzoeksteam het recht zou krijgen om bij ons naar binnen te gaan. ‘U was namelijk niet echt mede werkzaam gebleken overdag’, voegde meneer Teeven er nog aan toe.

Ik vroeg me af in welke film ik terecht was gekomen. Toen de rechter-commissaris verscheen, ging het er allemaal heel officieel aan toe. Meneer Hofstee was een nogal stijve man met een haardracht die deed denken aan Albert Einstein. Hij sprak nauwelijks en gaf mij geen hand, zelfs geen knikje. Hij vertrok de hele avond geen spier in zijn gezicht. De dame die hem vergezelde stelde een document op, dat het onderzoeksteam op een bepaald tijdstip ‘de kelder (woongedeelte) van dhr. Marcel Kaatee binnen zou treden’. Zo, dat was dan het huiszoekingsbevel. Tien mensen stonden klaar om op het teken van de rechter-commissaris naar binnen te gaan: Gerrit Piso, de hulpofficier, Yilmaz, het manusje-van-alles, Rechter-commissaris Hofstee en zijn assistente, Fred Teeven, de officier van justitie, Timo, de regelaar, een vriendelijke beweeglijke jongeman met een paardenstaart, in een wit T-shirt, wiens naam ik niet ken, Gert of Gerard, een kleine man met een ziekenfondsbrilletje, Fred, een lange kale chagrijnige kerel en een stevige vent met legerkistjes, een zwarte werkbroek en een zwarte sweater met opdruk ‘SEON’.

Vierkant gat
‘Als je zag hoe fanatiek, serieus en geconcentreerd zij bezig waren onder leiding van de inmiddels transpirerende officier van justitie Teeven!’ schrijft Priscilla in haar verslag. Het onderzoeksteam vond in een van de dikke muren in onze kelder een vierkant gat op ooghoogte waar een plank hout voor was geschroefd. Heel verdacht, vond het onderzoeksteam toen het hout was verwijderd en ze met zaklantaarns in het gat tuurden. Het zal toch niet…

Gert, de kleinste man van het onderzoeksteam, wurmde zich door het gat. Nadat hij in de krappe vierkante ruimte stond, begon Gert het puin dat daar op de grond lag door het gat in onze kelder te gooien. Hij ging daar net zo lang mee door tot de vloer van de ‘geheime ruimte’ zichtbaar werd. Die bleek een halve meter hoger te liggen dan de keldervloer van onze woning. ‘Toen Gert meende waar te nemen dat het vloertje ook nog eens ‘snel snel’ was aangesmeerd’, steeg de spanning in de kelder, schreef Priscilla in haar ooggetuigenverslag.     

‘Kleine Gert boorde met de lange boor door de flinterdunne bodem heen. Deze was nu diep genoeg in de zachte substantie geweest en werd door het gat overhandigd aan een van de andere medewerkers van het rechercheteam. Dat was kennelijk ‘De Neus’ van het team, een reukspecialist die aan de geur van de boor kon ruiken of die bijvoorbeeld in een lijk had gezeten. Het zag er indrukwekkend uit. Ze riepen dat als het inderdaad naar lijk zou ruiken, er een speurhond bij moest komen om nog zekerder te zijn van de zaak. Teeven zei dat ik er serieus rekening mee moest houden dat de muur zou worden gesloopt. Zijn gezicht kreeg een rode kleur van opwinding. Oh my God!’

Endoscoop
Vlak boven de keldervloer werden gaten geboord door de dikke muur naar de kleine ruimte waar Gert zich nog steeds bevond. Vervolgens werd door de gaten een endoscoop naar binnen geduwd, dat is een camera om moeilijk bereikbare plekken te kunnen observeren. Het was inmiddels bijna middernacht. In onze kelder hield op dat moment iedereen de adem in. ‘Met blossen op de wangen werd gewacht op het verlossende woord’, zo beschrijft Priscilla de situatie ter plekke in haar boek.

‘Zand! Het is gewoon zand,’ meldde Gerrit Piso teleurgesteld aan Fred Teeven. Wat het hoogtepunt van de avond had moeten worden, werd een grote anticlimax. Onder het zachte beton van de ‘verdachte ruimte’ lagen helemaal geen rottende lijken. De zachte substantie bleek gewoon zand te zijn. Van de gedrevenheid en passie bij het onderzoeksteam was niets meer over. Alle opgebouwde spanning was in één klap verdwenen. De speurhond hoefde niet te komen. De SEON-man vroeg of hij nog nodig was of dat hij naar huis mocht. Dat mocht, net als de rest van het team.’

Laatste aflevering Bureau Misdaad
Het was meteen de laatste aflevering van Bureau Misdaad. Het RTL-programma van John van den Heuvel keerde niet meer terug. De tipgever die verantwoordelijk was voor de hele operatie had Van den Heuvel duidelijk een poets gebakken en heeft zich waarschijnlijk rot gelachen voor de televisie. Dat niemand uit de vastgoedwereld op dat moment werd vermist, laat staan dat vermoed werd dat twee al dan niet vermiste personen waren vermoord, daar stonden politie en OM en ook de rechter-commissaris kennelijk niet bij stil toen zij tot een grootschalige zoektocht besloten. Zo groot was blijkbaar de hoop dat het waar was wat de tipgever aan John van den Heuvel had toevertrouwd.  

Het Parool
Behalve de anonieme getuige hebben vast meer mensen gelachen of in ieder geval met verwondering gereageerd op het doldwaze avontuur van de politie in Amsterdam Oud-Zuid. De volgende dag meldde Het Parool op de voorpagina dat de speurtocht naar lijken vergeefs is geweest.

De volgende dag schreef Parool-journalist Theodoor Holman in zijn column Holmans hoofdstad:

‘CANNES – Filmfestival. Of ik geen goed scenariovoorstel wist voor een film. Tuurlijk. We zien eerst een vastgoedhandelaar in een politieauto zitten. Hij vertelt van alles. Volgende scène: vastgoedhandelaar wordt neergeschoten. Een aantal scènes verderop: politie onderzoekt de garage in Amsterdam Oud-Zuid van vastgoedhandelaar, want daar zouden enkele geliquideerde lijken ingemetseld zijn. En wat denk je? ER ZIJN HELEMAAL GEEN LIJKEN!! Gefopt.’   

Ingemetselde lijken op de Minervalaan
In 2007 verscheen in de Bruna-boekenreeks ‘Mysteries in Nederland’ van historicus Martijn J. Adelmund, een boek over ‘waargebeurde misdaden, opmerkelijke gebeurtenissen en onverklaarbare verschijnselen’ in Amsterdam. De titel van hoofdstuk 22 in de inhoudsopgave van het boek (‘De ingemetselde lijken op de Minervalaan’), verraad al een beetje waar het over gaat. De inleiding van het hoofdstuk geeft nog meer duidelijkheid:

‘Nu vinden de meeste mensen een parkeergarage al niet zo’n prettige omgeving. Er is iets met de combinatie van al dat levenloze blik, kaal beton, en kunstlicht, dat mensen tot waanzin kan drijven. Om nog maar te zwijgen van de praktijken die zich daar volgens de doorsnee-gangsterfilm afspelen… Dat gangsterfilms niet altijd op fictie berusten, bewees de Amsterdamse politie toen men bewapend met boren en zagen op zoek ging naar ingemetselde lijken in de parkeergarage aan de Minervalaan.

Alsof het schatten van Al Capone waren, zo ging men te werk. Gestoken in een lange jas van kasjmier benadrukte officier van justitie Fred Teeven voor de camera van AT5 nogmaals dat ‘de moorden in Amsterdam moeten stoppen’. In aanwezigheid van Fred Teeven braken zeker 10 rechercheurs een aantal betonnen muren weg. Elk bewijs dat tegen de topcrimineel Willem Holleeder, alias ‘de Neus’ kon worden gevonden, was er één. Onder leiding van officier van justitie Fred Teeven werkte het Openbaar Ministerie (OM) aan een zaak die hem voor de rest van zijn leven achter de tralies moest krijgen. (…)

VARA Gids
Een journalist die ons enkele jaren later interviewde voor de rubriek ‘Buis & Haard’ in de VARA gids, hoorde het verhaal over de zoektocht naar ingemetselde lijken met verbazing aan. Hij kon het maar moeilijk geloven dat een ervaren misdaadjournalist, de politie, het OM en zelfs een rechter de tip voldoende betrouwbaar achtten om zulke capriolen uit te halen. Toch is het écht gebeurd, op 22 mei 2006, in Amsterdam Oud-Zuid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.