Strafzaak krijgt een vervolg

Het is alweer een tijd geleden dat ik een bericht heb geplaatst op deze website. Hoe dat komt? In 2014 is mij van verschillende kanten geadviseerd de overheid niet meer zo te bekritiseren. Voor mijn eigen bestwil kon ik beter stoppen met het publiceren van artikelen. Mijn kritiek op de politie, het OM, de gemeentepolitiek in Amsterdam en Lodewijk Asscher en diens Partij van de Arbeid in het bijzonder, en natuurlijk Project 1012, zou namelijk wel eens de oorzaak kunnen zijn dat ik, ondanks mijn integrale en onherroepelijke vrijspraak in 2009, voortdurend tegen opgetrokken muren van de overheid aanliep.  

Tegenwerking
Ik kreeg inderdaad niets voor elkaar zonder tegenwerking. Of het nu ging om het organiseren van een jazzfestival op de Wallen, het ten behoeve van een huurder samenvoegen van twee woonruimtes tot één grote woning, het realiseren van een publieke toiletvoorziening in een van mijn panden, of het verkopen van mijn speelhallen om de resterende miljoenenschuld af te kunnen lossen aan Jan-Dirk Paarlberg, een financiering die mij in 2012 mijn vergunningen heeft gekost. Alles werd tegengewerkt, maar dan ook écht alles.

Website on hold
Gelijk halen was alleen mogelijk bij rechters, die mij niet altijd gelijk gaven. Het procederen had ondertussen al veel geld gekost. Het welgemeende advies van vrienden nam ik daarom ter harte; ik zette mijn website on hold. Mijn klachtenbrief van 19 mei 2010 gericht aan officier van justitie Koos Plooij heb ik zelfs helemaal van de site verwijderd. De officier had destijds aangegeven de openbaarmaking van mijn brief niet zo fijn te vinden. Hij vond dat geen manier van communiceren. Nu de brief van de website was verdwenen stond hij niet meer aan de schandpaal.

Koos Plooij
Mijn klacht over Plooij en het OM had betrekking op een op 11 mei 2010 door de officier geuite beschuldiging in de strafzaak tegen Jan-Dirk Paarlberg. De beschuldiging hield in dat ik in 2003, als ‘adjudant van Holleeder’, ten behoeve van de afpersing van Willem Endstra, als go-between zou hebben gefungeerd tussen Endstra, Holleeder en Paarlberg en afpersingsbetalingen zou hebben gecontroleerd. Dat was een absurde en onware aantijging waarvan ik in 2009 nota bene integraal was vrijgesproken.

Het betrof dus een klacht over een valse beschuldiging, publiekelijk geuit door een officier van justitie die blijkbaar geen respect heeft voor een vrijspraak. Mijn klacht is toen door de plaatsvervangend hoofdofficier van justitie ongegrond verklaard. Ik had ‘adjudant van Holleeder’ volgens de hoofdofficier te letterlijk opgevat. Het was als ‘beeldspraak’ bedoeld. Typisch een geval van een slager die zijn eigen vlees keurt. De hoofdofficier die dat in 2011 stelde, is nu strafrechter bij de rechtbank Amsterdam.

Regiezitting
Na 10 jaar stilte op deze site, ben ik tot de conclusie gekomen dat mijn zwijgen niet heeft geleid tot enige verbetering in mijn relatie tot de overheid. In tegendeel. Nadat Het Parool en Nu.nl verslag hebben gedaan van de regiezitting die gisteren plaatsvond bij de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het OM – ruim 14 jaar na mijn vrijspraak – toestemming heeft verleend om mij opnieuw te vervolgen voor het witwassen van mijn ‘Wallenpanden’, heb ik besloten de draad van het schrijven weer op te pakken.

Voor het witwassen van ‘de Wallenpanden’ ben ik eerder vervolgd in het zogeheten Kolbak-proces. Zowel de rechtbank Haarlem (in 2007) als het Amsterdamse gerechtshof (in 2009) in hoger beroep, hebben mij volledig vrijgesproken van het witwassen van de panden. Het gerechtshof concludeerde op 3 juli 2009 na uitputtend onderzoek dat die panden niet van afpersing of enig ander misdrijf afkomstig waren.

Terrel
De nieuwe strafzaak die het OM in 2020 tegen mij heeft opgetuigd heet Terrel. Het gaat om dezelfde vijf panden die ik in 2002 van de familie Endstra heb gekocht, waarvan ik sinds 1998 al mede-eigenaar was. Hoewel in Kolbak niet kon worden vastgesteld dat de panden ‘uit afpersing of enig ander misdrijf’ afkomstig zijn, beschouwt de rechtbank Amsterdam die uitspraak van het hof als ‘slechts’ een momentopname. Op 23 februari 2022 wees de rechtbank een Verzoek Einde Zaak ex art. 29f Sv. namelijk af met de volgende motivatie:

‘Zo maakt de overweging in de vrijspraak van verdachte in Kolbak, dat ‘niet kan worden vastgesteld dat de Wallenpanden uit afpersing of enig ander misdrijf afkomstig zijn’ niet dat de Wallenpanden niet uit misdrijf afkomstig zijn, maar slechts dat dit (destijds) niet wettig en overtuigend bewezen is geacht.’

Deze redenering van de rechtbank getuigt van een merkwaardige rechtsopvatting. Alsof een onherroepelijk oordeel van het gerechtshof ‘slechts’ een momentopname is waarin het hof ‘slechts’ aangeeft dat het tenlastegelegde alleen op het moment van de uitspraak niet wettig en overtuigend bewezen is geacht, en er naderhand door het OM altijd weer een nieuw afwijkend oordeel kan worden gevraagd. Dat is rechtspraak op zijn kop.

Als raadsheren van het hof niet bewezen achten dat ‘iets’ van misdrijf afkomstig is, en dit oordeel is eenmaal onherroepelijk, dan moet de samenleving ervan uit kunnen gaan dat dit ‘iets’ niet van misdrijf afkomstig is. Niet alleen vandaag, maar ook morgen en overmorgen, en volgend jaar, en over tien jaar. Dat is een van de pijlers onder het strafrecht. Na een onherroepelijke vrijspraak eindigt de verdenking. Strafrechters van de rechtbank Amsterdam zien dat anders, zoals wel meer anders is in Amsterdam dan in de rest van Nederland.

Ben je geïnteresseerd in het vervolg van de strafzaak Terrel en mijn andere procedures over onrechtvaardig en/of onrechtmatig handelen van de Nederlandse overheid? Volg dan deze website!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.