In 2004 noemde de gemeente de Wallen nog ‘een buurt om trots op te zijn’. Wat is er in hemelsnaam gebeurd waardoor dat inzicht in zo’n korte tijd is gewijzigd? ‘Trots op de Wallen’ deel 1 en 2 is een terugblik op een bewogen geschiedenis achter Project 1012 en een tot nog toe in de media onbekend gebleven rol van het Integraal Burgwallen Overleg (IBO).
De gemeente verkondigt graag haar eigen waarheid als het gaat over het ‘opschonen van de wallen’, en wist zo nu en dan sporen uit om mislukte elementen van die aanpak uit het zicht te onttrekken. Daarom is het goed om zo nu en dan de feiten van een bewogen wallengeschiedenis op een rijtje te zetten.
De Wallen op de schop
De meeste artikelen en televisieprogramma’s beginnen hun geschiedschrijving over dit onderwerp bij het wereldnieuws eind december 2007 dat het wereldberoemde Red Light District van Amsterdam, zoals de toeristen dat kenden en waardeerden, op de schop zou gaan. De gemeente had daartoe besloten nadat PvdA-wethouder Lodewijk Asscher misstanden in de prostitutiesector op de politieke agenda had gezet, en daarna het plan opvatte om, in samenwerking met woningcorporaties, wallenpanden op te kopen om op die manier vrouwenhandel te bestrijden. Ook daarvoor kreeg Asscher de handen op elkaar, terwijl de tekort schietende aanpak van vrouwenhandel werd veroorzaakt doordat het geen prioriteit had bij politie en justitie. Dat blijkt uit het rapport ‘Schone Schijn’. Aangiftes tegen vrouwenhandelaren belandden, ondanks waarschuwingen van raambordeelhouders, ‘op de plank’.
Bestrijden vrouwenhandel krijgt prioriteit
Dankzij Asscher kreeg het bestrijden van vrouwenhandel prioriteit bij opsporingsinstanties en prompt volgden arrestaties en processen waarbij vrouwenhandelaren tot lange gevangenisstraffen werden veroordeeld voor strafbare feiten waarvan een groot deel niet eens gerelateerd was aan prostitutie op de wallen, maar elders in het land.
Het succesvolle optreden van politie en justitie tegen vrouwenhandel op de Wallen had geen effect op het opkopen van vastgoed en het terugdringen van raambordelen. Dat ging onverminderd verder. Hiermee stoppen was voor de gemeente onbespreekbaar. Zelfs de Kamer van Koophandel lukte het niet om wethouder Asscher in 2008 met een goed onderbouwde ‘Economische visie voor het 1012-gebied’ op andere gedachten te brengen. Het voorstel om een deel van de tot sluiten gedoemde ramen in stand te laten, legde Asscher naast zich neer. Hierdoor ontstond bij veel wallenondernemers de indruk dat het terugdringen van raamprostitutie onderdeel was van een morele politieke agenda, zoals de gemeente ook minder coffeeshops, gokhallen en andere ‘economisch laagwaardige’ en ‘criminogene’ bedrijven nastreeft op de Wallen. Het leek in elk geval geen functie te hebben bij het bestrijden van misstanden in de prostitutie. Sterker nog, het sluiten van zoveel ramen werkt volgens prostituees en andere deskundigen averechts. Het plan van Asscher zorgt juist voor méér vrouwenhandel, criminaliteit en illegale prostitutie.
Prostitutie Wallen onder controle
Destijds riep PvdA-wethouder Asscher: ‘Wie tegen is, steunt vrouwenhandel’ om zijn plan (het opkopen van prostitutiepanden om daarin gevestigde raambordelen te kunnen sluiten om zo vrouwenhandel tegen te gaan) aan het publiek en aan de gemeenteraad te verkopen en tegelijkertijd critici de mond te snoeren.
De verbetenheid waarmee de gemeente nog steeds prostitutiepanden in haar bezit wil krijgen om raamprostitutie in het gebied terug te dringen, zelfs met dreiging tot onteigening aan toe, doet vreemd aan nu de gemeente de prostitutiesector op de Wallen, in samenwerking met politie en justitie, grotendeels onder controle heeft gebracht. Dit verraadt andere motieven dan het bestrijden van vrouwenhandel.
Els Iping is ‘Trots op de Wallen’
Om daar achter te komen gaan we terug naar de zomer van 2004. Stadsdeel Centrum is op dat moment blij met de Wallen zoals ze zijn en besluit tot een periodiek bulletin om ondernemers en bewoners op de hoogte te houden over een nieuw plan van aanpak van het wallengebied: het Wallenjournaal. Stadsdeelvoorzitter Els Iping (PvdA) is ‘Trots op de Wallen’ laat zij op de voorpagina van de eerste editie blijken.
In november 2004 presenteert het stadsdeel in de Oude Kerk het Plan van aanpak Noorderlijke Burgwallen 2004, en opnieuw roept Iping trots te zijn op de Wallen. In dat ‘Plan van aanpak’ wordt ‘Imagoverbetering van het Wallengebied’ genoemd als ‘nadrukkelijk punt’ dat tijdens de workshops naar voren is gekomen:
‘In de beeldvorming(media) wordt het wallengebied consequent in verband gebracht met criminaliteit, witwassen, dronken Engelsen. Het is juist een buurt om trots op de te zijn, de uniciteit en het historische karakter moet benadrukt worden. Er wordt een website gestart over de gebiedsgerichte aanpak (eventueel met forum waarop buurtbewoners kunnen discussiëren, vragen kunnen stellen etc.), ANWB-bebording met verwijzing naar historische monumenten, aanlichten Oude Kerk, overleg met Amsterdam Tourist Board etc. Hiervoor is vooralsnog € 15.000 gereserveerd in de begroting over 2005.’
Je kunt het je nu haast niet voorstellen maar het staat er écht: ‘imagoverbetering van het Wallengebied’, toevallig een van de doelstellingen van Ondernemersvereniging Oudezijds Achterburgwal.
Rapport en webpagina’s verwijderd van website gemeente
Dit rapport, waar in latere ‘plannen van aanpak’ telkens naar wordt verwezen, is niet meer terug te vinden op de website van de gemeente. Hetzelfde geldt voor de pagina’s over het Redlight Fashion-project, dat van de Wallen een ‘hotspot van de internationale modewereld’ moest maken. Moderamen zijn inmiddels beplakt met posters en zien er slecht onderhouden uit. Ook de sporen van Asschers’ mislukte project ‘Amsterdam Topstad’, waar Redlight Fashion onderdeel van was, zijn van de gemeentelijke website verdwenen.
Het is de onderzoekers van Brandpunt Reporter ook niet gelukt om het op 30 november 2004 door de raad aangenomen ‘Plan van aanpak Noorderlijke Burgwallen’ boven water te krijgen. Het rapport met daarin de boodschap dat de beeldvorming niet klopt en de Wallen een buurt is om trots op te zijn, had ik enkele jaren geleden vanaf de website van de gemeente opgeslagen. Zodoende kan ik nu hieruit citeren. Er staan geen alarmerende berichten in over criminelen of ‘laagwaardige’ en ‘criminogene branches’. Ook niet in de Wallenjournaals die in 2004 en 2005 verschenen.
‘Liever een toeristenattractie minder, ….’
De laatste editie van het Wallenjournaal dateert van november 2005, dat is zo rond de verschijningsdatum van het boekje ‘Nieuw Amsterdam’ van Lodewijk Asscher waarin de wethouder stelt:
“Als we weten dat de raamprostitutie in Amsterdam in handen is van een klein aantal criminelen, als we weten dat voor een flink aantal vrouwen een achtergrond van gedwongen prostitutie speelt, als we weten dat Amsterdam voor veel loverboys een gouden afzetmarkt is, hoe trots kunnen we dan precies op onze Wallen zijn? Wat mij betreft wordt de raamprostitutie in Amsterdam actief ontmoedigd. Liever een toeristenattractie minder, dan medeplichtigheid aan misbruik van vrouwen”
Van Traa rapport weer actueel?
En dan stopt de gemeente plotseling met het luchtige nieuwsbulletin over de Wallen. In plaats daarvan krijgen bewoners en ondernemers op de Wallen via de landelijke media alarmerende berichten voorgeschoteld over hun buurt die herinneringen oproepen aan de periode rond de Parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden van de commissie Van Traa.
In het zogeheten Van Traa-rapport, dat begin 1996 verscheen, beweerden criminologen dat de onderwereld ruim vertegenwoordigd was op de Wallen en er zelfs de dienst zou uitmaken. In het rapport werd de aanduiding ‘criminogeen’ geïntroduceerd, wat ‘criminaliteit stimulerend’ betekent volgens Van Dale’s Groot woordenboek van de Nederlandse taal. Een kwalificatie die de gemeente later veelvuldig zou gebruiken om bepaalde type bedrijven te criminaliseren in het kader van het opschonen van de Wallen.
Bruinsma, Geerts, Holleeder en de Wallen
Vanaf 30 januari 2006, als Willem Holleeder en een aantal medeverdachten worden gearresteerd, wordt het wallennieuws beheerst door een aanhoudende stroom van berichten over Holleeder die ‘onderwereldbankier’ Willem Endstra zou hebben afgeperst en alles wat daarmee samenhing. De Heinekenontvoerder zou op de Wallen seks- en gokpanden bezitten die mogelijk gekocht waren met nooit teruggevonden losgeld van de Heinekenontvoering. Met het Holleeder-onderzoek komt ook de verkoop van het Casa Rosso concern aan Charles Geerts in 1996 weer in beeld, dat in de jaren negentig al eens is onderzocht maar toen niet tot vervolging heeft geleid.
In juni 2006 komt de gemeente bestuursrechtelijk in actie tegen ‘wallenkoning’ Geerts, en enkele jaren daarna ook tegen Jan Otten, de latere eigenaar van Casa Rosso en de Bananenbar. Met een Bibob-procedure tracht de gemeente Geerts te dwingen zijn raambordelen op de Wallen te sluiten, onder meer vanwege geldstromen bij de overname van Casa Rosso, vermeende banden met maffiabaas Klaas Bruinsma in een verder verleden, en andere slecht onderbouwde argumenten.
Oude tijden herleven en in 2006 worden de Wallen zoals vanouds weer bestempeld als broedplaats van allerlei misdaad. Alsof de tijd 10 jaar heeft stilgestaan en in de buurt niets is veranderd. Maar de gemeente heeft al die tijd toch niet liggen slapen? Wallenmanager Freek Salm had na het Van Traa onderzoek toch orde op zaken gesteld? Kortom: kloppen al die verhalen in de krant wel over Holleeder, seks- en gokpanden op de wallen, Casa Rosso en Geerts? Daarover oordeelt uiteindelijk de rechter. Maar sinds de Wet Bibob hoeft de gemeente daar niet meer op te wachten.
wordt vervolgd