Het Openbaar Ministerie zocht jarenlang naar bewijs dat Willem Holleeder bezittingen heeft op de Amsterdamse Wallen en dan vertelt Willem Endstra ineens op de achterbank: de speelhallen Molensteeg en Buddy Buddy en de wallenpanden waarin de hallen zijn gevestigd zijn van Willem Holleeder. De anonieme bedreigde getuige D vertelde Teeven en Plooij later in 2006 iets dergelijks over Holleeder: ‘Hij bezit onroerend goed op de Amsterdamse Wallen, zoals de Bananenbar, Casa Rosso en Buddy Buddy.’
Kennelijk hechtte het Openbaar Ministerie bij de rechtbank nog weinig waarde aan de verklaringen van Endstra en Getuige D want het OM vorderde in eerste aanleg vrijspraak voor de in Kolbak ten laste gelegde feiten met betrekking tot de wallenpanden. De 3 jaar gevangenisstraf die het OM eiste gold voor een vermeende deelname aan een criminele organisatie, betrokkenheid bij de verkoop van de aandelen Leijenbergh en Nieuwgraaf, de kwestie met de envelop en het vermeende witwassen van € 4 miljoen in februari 2003 bij de herfinanciering door Wilbury Ltd..
Koerswijziging
In het requisitoir in hoger beroep gooide het Openbaar Ministerie het roer volledig om. Nu vindt het OM mijn aankoop van de wallenpanden in 2002 ineens strafbaar en vraagt zij het Hof om mij vrij te spreken van het witwassen van de gelden die afkomstig zijn van Wilbury Ltd. c.q. Paarlberg. Ook vorderde het OM vrijspraak ten aanzien van een veronderstelde strafrechtelijke betrokkenheid bij de vennootschappen Leijenbergh Vastgoed BV en Nieuwgraaf 114 Holding BV. De verdenking van het deelnemen aan een criminele organisatie is eveneens komen te vervallen. De strafeis is zodoende gehalveerd van 3 jaar naar 18 maanden onvoorwaardelijke celstraf.
Emergo
De plotselinge koerswijziging van het Openbaar Ministerie houdt mogelijk verband met het Emergo project op de Wallen waarbij gemeente en OM nauw samenwerken om strafrechtelijke en bestuursrechtelijke informatie te delen en samen te voegen. Het strafrechtelijk vervolgen van de aankoop van de wallenpanden is van belang voor de bestuursrechtelijke Bibob-procedure die vast zen zeker een vervolg zal krijgen, ongeacht de uitspraak straks op 3 juli.
Endstra’s beweringen over de wallenpanden zijn in de eindfase van het hoger beroep in Kolbak dus opgewaardeerd van onwaarachtig tot geloofwaardig. Maar wat vertelde Endstra ook alweer hierover?
‘Op een gegeven moment…’
Uit de eigendomspapieren die in 1997 bij het Citypeak-onderzoek in beslag waren genomen bleek dat Endstra de wallenpanden vanaf 11 oktober 1996 op zijn naam had staan. Endstra begon er zelf over op de achterbank. Zo kon hij vertrouwen wekken bij de rechercheurs die dan zouden denken dat Endstra geen onzin verkondigt. Handig daarbij waren de stukken uit Citypeak-dossier die de belastingdienst in 1999 in het geding had gebracht bij een boekenonderzoek bij het Endstra-concern. Die stukken kon Endstra dromen. En als de CIE-ers vragen zouden stellen waarvan de antwoorden gevoelig of belastend konden zijn voor Endstra, zou hij ze met een kluitje in het riet sturen. Dat lukte bij zijn vriendinnen ook altijd.
En zo begint Endstra tijdens het 2e achterbankgesprek spontaan te vertellen hoe hij aan de speelhallen op de Wallen is gekomen: ‘En op een gegeven moment eh… hij had dus die eh… speelhallen in Amsterdam, die twee speelhallen, weet je wel, die op de Wallen.’
CIE-ers Henk en Carel weten precies waar Endstra op doelt: ‘Ja ja. Molensteeg.’ Endstra vertelt dat die hallen van Holleeder waren. Dat kwam echter niet overeen met de gangbare opvatting binnen politiekringen dat Heineken-ontvoerders het Casa Rosso imperium, inclusief de gokhallen, in 1992 hadden overgenomen van de erfgenamen van wallenkoning Joop de Vries. Dat moet Endstra zich hebben gerealiseerd toen hij op de praatstoel zat op de achterbank, want ineens spreekt hij die bewering weer tegen. Die speelhallen waren natuurlijk niet van Holleeder maar ‘die waren van, hoe heet ie ook weer, die hele dikke bouwvakker Cor van Hout en, dat hele Wallen verhaal.’ Dat klinkt Henk wel weer bekend in de oren.
‘Weet je, dat was van de Heineken ontvoerders’, vervolgt Endstra, ‘maar dat stond allemaal op naam van die bouwvakker’. De CIE-ers knikken. ‘Nou, dus toen heb ik op een gegeven moment van die bouwvakker gekocht die twee speelhallen. Begrijp je wat ik bedoel?’
Henk en Carel begrijpen wat Endstra bedoelt. ‘Die heb ik toen betaald met mijn eigen centjes’, vervolgt Endstra. ‘En die zou hij dan eh… nog eens een keer mettertijd terugkopen. Daar is toen ook weer niet teveel voor betaald. En eh… die speelhallen, die heb ik dus eh… onlangs weer verkocht aan eh…, aan eh…, hoe heet ie eh… Marcel Kaatee. Dat is een heel keurige, nette jongen,’ stelt Endstra over mij op de achterbank.
‘De boekhouder’
‘De boekhouder’ zegt Henk, die kennelijk bekend is met de Citypeak-verklaringen van Thomas van der Bijl die mij ‘de boekhouder van de Molensteeg’ noemt.
Bij mijn allereerste ontmoeting met Willem Endstra op diens kantoor aan de Apollolaan, had Rob Grifhorst mij aan Endstra voorgesteld als ‘de boekhouder van West End’. Aldus bevestigt Endstra aan Henk dat beiden op dezelfde persoon doelen.
‘De boekhouder. Die zijn dus van hem hè. Hij heeft ze ook betaald. Begrijp je?’
Ook Jan van Looijen begrijpt het. ‘Ze zijn natuurlijk van Willem’, speculeert Endstra vervolgens en legt uit wat hij daarmee bedoelt: ‘Die Willem kwam naar me toe. Hij zegt: Ja, ik word opgelicht. Ik zou die hallen krijgen, hebben ze me beloofd. En ik heb zo lang in de gevangenis gezeten en ik ben nou eerlijk en nou willen ze me dat afpakken.’
Endstra vond dat ‘gemeen’ en heeft toen de speelhallen gekocht. ‘En dat is mijn eerste contact geweest. Toen heb ik die hallen gekocht. Die zaten in een BV. Ik weet niet eens of jullie dat weten. Maar goed ik zeg dat gewoon eerlijk’, acteert Endstra, in de wetenschap dat de politie sinds 1997 volledig van deze aankoop op de hoogte is.
Wij staan in Nederland toch bekent om ons gelijkheidsbeleid. Een ieder die zich in Nederland bevind dient op gelijke wijze beoordeeld en behandeld te worden. Wat mij opvalt is dat de Bibob in het geheel niet eerlijk en rechtvaardig is en vaak met grote willekeur ter ferfeure van hen die het maar uitkomt ingezet wordt. Men zegt vaak, hoe groter het kapitaal of, hoe ouder het kapitaal, hoe groter de misdaad. Nou heb ik helemaal niks tegen ons koningshuis en gun ik ze alle rijkdom maar één ding wil ik toch wel over de oranjes, hun rijkdom en de combinatie met de Bibob wet kwijt. Ik ben dan ook benieuwd hoe hypocriet onze bestuurders zijn als zij met de informatie die ik hieronder geef weer eens een ondernemer demoniseren en van have en goed onteigenen.
Afijn. Met het uiteenvallen van de ABN-Amro komt er ook een einde aan een stukje minder frisse Oranje-geschiedenis. In 1824 werd door de ‘koopman-koning’ Willem I de Nederlandsche Handel Maatschappij (NHM) opgericht met als doel de financiering van de handel met Java e.o. Winst bleef echter uit, totdat in 1827 [b]Willem I, als grootste aandeelhouder[/b], besloot om zijn eigen NHM het monopolie op de invoer van opium te geven : meteen werd winst gemaakt. Een eeuw later, dus in 1924, werden in het herdenkingsboek keurig de winsten op de opium handel vermeld. De lucratieve handel in opium werd door de Nederlandse Handels Maatschappij en later door de Opiumregie, een staatsbedrijf die de opium zelfs via de postkantoren distribueerde, opgevolgd.
Halverwege de jaren zestig ging de NHM op in de ABN, die later weer op ging in de ABN Amro. Zeker door het cultuurstelsel en de opiumhandel onder controle van de Oranjes had menig historicus een wat vieze smaak in de mond bij het horen van de naam NHM.
Zelfs Europese vorstenhuizen in Europa spraken schande van de opiumhandel door de Oranjes. Dankzij het feit dat Willem I grootaandeelhouder was van de NHM moet niet alleen hij, maar ook zijn nakomelingen flink verdiend hebben aan de opium handel. Volgens Forbes heeft Beatrix nog steeds 10% van de aandelen van ABN Amro, die afkomstig zijn uit het dealen van drugs… Over witwassen gesproken….
Een uitspraak uit die tijd (bron: Wettig Opium) door Gouverneur van Hoevëll op Java luidde ‘dat de zedelijkheid haar niet verbood het gebruik van opium onder de Javanen te stimuleren, teneinde daardoor de handelswinsten voor Nederland (lees: ‘Oranje’ D.F.). te vangen’… Maar niet het stimuleren onder Nederlanders uiteraard ! In 1928 tekende Wilhelmina de Opiumwet met daarin duidelijk gesteld in artikel 3A “verboden binnen of buiten Nederland te brengen die zaken volgens bijgevoegde lijst. [url]www.healthlaw.nl/Opiumwet.pdf[/url] , omdat deze stoffen schadelijk zijn voor de ‘Mensch’ “. Haar eigen troebele kip met gouden eieren in de Gordel van Smaragd viel daar natuurlijk buiten, en tot de categorie ‘Mensch’ werden de Javanen blijkbaar niet gerekend.. Maar wie het haarfijn wil weten moet het boek aan van Ewald van Vugt ‘Wettig Opium’ met een voorwoord van prof W.F. Wertheim maar in de bieb bestellen.
Jammer dat het Mabel niet lukte vaste koninklijke grond onder haar voeten te krijgen, na tegen het kabinet en Peter Jan gelogen te hebben. Een pikanter staatshuwelijk zou niet mogelijk geweest zijn, dan tussen de bijslaap van een drugscrimineel en de nazaat van een koninklijke opiumdealer…. Dat ons vrome door God gezonden Oranjehuis dealde in drugs op een wijze waarbij de activiteiten van het Kali-kartel verbleken, is helaas niet iedereen bekend.
Misschien wel zinvol deze Meidagen een stil te staan bij ons geliefde Vorstenhuis. En bij de andere feiten die onbelicht blijven….Zoals het gegeven dat Wilhelmina er door de oorzaak van was, dat Westerbork als opvangkamp werd ingericht om dat ze “die Jooden’ niet in een kamp achter het Loo wilde…. Of de schimmige omzetting van aandelen met behulp van een corrupte Colijn van de Bataafse Petroleum Maatschappij in de Koninklijke Shell…Of de omzetting van haar Nederlandse valuta in buitenlandse nadat ze van Colijn de tip kreeg, dat hij de gouden standaard voor Hollandse gulden in 1936 los wilde laten, en zij zo de devaluatie van haar spaarpot kon ontlopen….. Of het feit dat ze als grootaandeelhoudster van Shell in 1940 het verplaatsing van het Shell Hoofdkantoor van den Haag naar Londen volgende, om haar kapitaal veilig te stellen…en niet om zo dapperder voor haar volk te kunnen strijden..’
Koningen en prinsesjes. We houden allemaal van ze. Maar waarom houden we dan bijvoorbeeld niet van onze hashboeren, wietkwekers, pillendraaiers en pornoboeren? Zijn zij zoveel minder als ons koningshuis? Is hun geld te vers? Is het oude foute geld bang voor hun macht? Willen ze niet delen met de nieuwe generaties handelsgeesten? Sturen ze daarom de Bibob af op de mensen die hetzelfde doen als hun voorouders? Voorouders die rijk geworden zijn met zaken die nu als misdaad te boek staan?